Door: Paul Tang
Europarlementariër

De haviken loeren al. Ze zoeken naar het moment dat overheden ten prooi kunnen vallen aan de boodschap van de broekriem. Het is een instinctieve reactie tegen een grotere overheid vanuit een weerzin die, zeker in Nederland, gepaard gaat met het maken van schuld.

Maar de haviken hebben het niet makkelijk, om verschillende redenen. Het is breed aanvaard dat juist overheden in deze tijd van tegenslag het voortouw moeten nemen om het coronavirus te lijf te gaan en de economische schade te beperken – door bedrijven en banen tijdelijk te beschermen – en tegelijkertijd moeten investeren in de omslag naar een duurzame economie en samenleving. Zolang het virus rondwaart en van economisch herstel nog geen sprake is, zal van die overheid veel verwacht worden.

Het is bovendien moeilijk vol te houden dat een oplopende schuld ook rationeel een groot probleem is. In een crisis hebben investeerders een duidelijke voorkeur voor veilige staatsschulden en willen ze daarvoor betalen via een lage of zelfs negatieve rente. Maar al voor de uitbraak van het Covid-19-virus was voor veel overheden de rente negatief. Het is een uiting van een langdurige trend die Ben Bernanke, voormalig president van de Amerikaanse Federal Reserve, heeft getypeerd als ‘saving glut’. Mede door de vergrijzing overtreffen de besparingen de investeringen.

Desondanks zullen de haviken graag wijzen op de mogelijkheid dat ooit de rente weer zal stijgen. Die mogelijkheid is nooit uit te sluiten. Maar het is gezien de trend verre van verstandig om ons door de verhalen over stijgende rente en onbetaalbare schulden nu al angst te laten aanjagen.

Het is verstandig pas te reageren als de rente inderdaad substantieel gaat stijgen. De huidige begrotingsregels bieden immers geen houvast voor de situatie waarin de beperkingen door Covid-19 het sociale en economische leven verstoren en de onzekerheid over verdere ontwikkelingen buitengewoon groot is. Om publieke investeringen te stimuleren heeft de Europese Commissie tijdelijk de regels van het Stabiliteits- en Groeipact opgeschort, en herinvoering lijkt ver weg. Zo schrijft het pact onder meer voor dat de deelnemende landen in het geval van excessieve schuld deze in twintig jaar tijd naar 60% van het nationaal product moeten terugbrengen. Die regel alleen al maakt herinvoering van het pact ongeloofwaardig zo lang de schulden oplopen. Daaraan zullen ook haviken niet ontkomen.

Bovendien zal de maatschappelijke weerstand tegen een hard beleid van bezuinigen en hervormen groter dan ooit zijn. Dit beleid was al omstreden, maar protest ertegen zal groeien als, net als na de vorige crisis, de rekening bij de gewone vrouw en man terechtkomt of als blijkt dat voor essentiële beroepen er wel veel applaus maar geen extra beloning is. Er is juist een herwaardering van de publieke taken nodig die door privatisering en marktwerking in het gedrang zijn gekomen. Te veel werk is blijven liggen of afgewenteld op vrijwilligers.

Maar overheden kunnen niet willekeurig met geld strooien. Integendeel. De publieke bestedingen en investeringen moeten het economisch herstel schragen maar ook leiden tot een verschuiving naar activiteiten die ‘immuun’ zijn voor het virus en die bovenal duurzaam zijn in brede zin, dus goed voor mens én milieu. Het is geen voer voor haviken, maar zo komt er de noodzakelijke dubbelslag: een economisch herstel als opmaat voor een duurzame toekomst.

Auteur(s)

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.