Het idee van een sociaal contract klinkt misschien mooi, maar wat het precies behelst wordt nooit tastbaar. Daarmee leiden discussies over het sociaal contract en hoe dat vernieuwd moet worden vooral af van wat er misgaat in de samenleving. Veel zinvoller is het als politici zich richten op concrete, zichtbare acties die het leven van mensen beter maken.
Door: Kristian Bakker
Filosoof en econoom en werkzaam bij een onderzoeksbureau in Zoetermeer
Hoe zou de wereld eruitzien als je op een ochtend wakker wordt en alle wetten, regels en conventies die je kent, bent vergeten? Als je geluk hebt, is er in je huis nog een voorraad eten te vinden en kun je een tijdje overleven, maar op enig moment zal je toch naar buiten moeten, de straat op. Verdwaald loop je over de straten op zoek naar voedsel. Bij de supermarkt aangekomen zie je dat mensen die zwaaien met plastic kaarten het eten meenemen.
Wat zijn je opties? Neem je het eten gewoon mee? Zullen de supermarktmedewerkers je met geweld tegenhouden, je tegen de grond drukken en de politie bellen? Of zullen de mensen om je heen je vragen hoe het met je gaat, je wat te eten aanbieden en je op weg helpen? Waarschijnlijk geen van beide. In plaats van deze twee extremen zullen ze je waarschijnlijk uitleggen ‘hoe we het in Nederland met elkaar hebben afgesproken’.
De vraag hoe mensen zich tot elkaar verhouden wanneer er geen wetten, regels, instituties en conventies zijn, ligt ten grondslag aan het begrip van de samenleving als sociaal contract. In de meeste gevallen beginnen filosofen, waaronder niet de minste zoals Rousseau en Hobbes, met een grondaanname over de menselijke natuur of essentie. Deze essentie bepaalt voor een belangrijk deel hoe mensen zich tot elkaar zouden verhouden wanneer zij buiten een maatschappij, in een soort natuurtoestand, verkeren.
Zo wordt de mens beschreven als calculerend, meedogenloos roofdier. Of juist als lobbes, die zorgeloos kan leven in een wereld vol ongerepte natuur en alle weelde die dit met zich meebrengt. De mensheid, buiten de samenleving, ondergaat vervolgens een proces dat, redelijkerwijs, leidt tot een samenleving net als de onze, met wetten en regels die gelden voor iedereen en die met geweld mogen worden gehandhaafd. Bovendien stellen filosofen dat zo lang het proces naar zo’n maatschappij volgt uit de rede, of andere principes waar we het allemaal mee eens zouden zijn (of niet mee oneens kunnen zijn), ook het eindproduct, een maatschappij als de onze, gerechtvaardigd is.
Ook vandaag de dag zien we nog restanten van het oude sociaal-contract-denken en nog altijd beïnvloeden ideeën over wat de mens is en wat voor bestaan de mens zou moeten hebben het politieke debat. Is de mens een sociaal wezen, of zou je hem juist als individu moeten beschouwen? In hoeverre helpen mensen elkaar en in hoeverre laten we elkaar met rust?
Het probleem is echter dat een sociaal contract een fictie is. De sociaal contractfilosofen beschrijven, heel overtuigend, een natuurtoestand en het proces dat leidt naar een maatschappij als de onze en maken aannemelijk dat het zo gebeurd zou kunnen zijn. Hoewel onze maatschappij door een dergelijk proces gevormd zou kunnen zijn, wil dit uiteraard niet zeggen dat het ook zo is gegaan. En inderdaad, de geschiedenis heeft zich anders voltrokken. Er is nooit een sociaal contract gesloten in Nederland. Ook al zijn er wetten opgesteld, het sociaal contract in Nederland is niet het wetboek of de Grondwet en zeker niet het Plakkaat van Verlatinghe.
Het argument dat de regels en wetten rechtvaardig zijn vanwege een proces dat redelijkerwijs tot de wetten en regels van onze maatschappij had kunnen leiden, gaat daarom niet op. Ook andere fundamentele aannames over wat de essentie van de mens is, zouden we nu niet meer als overtuigend beschouwen. Het idee van één onveranderlijke essentie van de mensheid is op zijn minst verdacht.
Dit is echter nog niet het grootste probleem van een sociaal contract. Het idee van de samenleving als sociaal contract is niet problematisch omdat het op onwaarheden berust, maar omdat het ons afleidt van waar het in de politiek echt over gaat. Als we denken aan de samenleving als sociaal contract, dan dwingt dit ons na te denken over die hypothetische procedure die tot een set wetten en regels leidt die in lijn zijn met het algemeen belang. Het sociaal contract wordt gepresenteerd als voldongen feit en politieke discussies worden gereduceerd tot het bediscussiëren van de principes waar iedereen het mee eens zou zijn en wat daar logisch uit volgt.
Problemen verhullen
De problemen in de samenleving die door de politiek zouden moeten worden opgepakt framen in termen van een sociaal contract, heeft als gevolg en mogelijk zelfs als doel, om de oorzaken van die problemen te verhullen en de mogelijke oplossingen ook.
Op het eerste gezicht klinkt het wellicht wat vergezocht, maar dat is het niet. Iedere keer als een politicus de zinsnede ‘we hebben in Nederland met elkaar afgesproken dat …’ gebruikt, dan wordt datgene wat afgesproken zou zijn gepresenteerd als voldongen feit, waar nooit meer iets aan kan worden veranderd. We kunnen ons nog meer vragen stellen. Wie heeft het dan afgesproken? Wanneer? Wat waren toen de overwegingen? Door steeds deze vragen te blijven stellen kan het idee van een sociaal contract ook onthullen waar de politieke verhoudingen en de verantwoordelijkheden liggen.
Het idee van de samenleving als sociaal contract is niet alleen verhullend, maar leent zich ook voor onthullende kritiek. Bijvoorbeeld: waarom hebben we in Nederland met elkaar afgesproken dat het mogelijk is huizen weg te kapen voor de mensen die ze het hardst nodig hebben en deze te verhuren tegen exorbitante bedragen? Hoezo hebben we in Nederland afgesproken dat we de natuur langzaam laten verwelken en dat we best achter kunnen lopen met onze klimaatdoelen? Waarom hebben we in Nederland met elkaar afgesproken dat we mensen die eenvoudige fouten maken met toeslagen, autoverzekeringen of uitkeringen proberen te vertrappen met alle macht die de overheid heeft?
De antwoorden op dergelijke vragen onthullen de omstandigheden, de daders en hun motieven. Als we het idee van een sociaal contract zien voor wat het is, kan dit leiden tot een nieuwe bron van kritiek. Deze gewaarwording gaat verder dan alleen maar het ontmaskeren van het gebrek aan goede argumenten om slecht beleid of slechte wetten goed te praten. Zelfs als linkse politiek niet de wetten en regels kan veranderen, inspireert deze gewaarwording tot actie.
Buiten alle wetten, regels en gevestigde instituties en beleid om is er nog altijd politieke actie mogelijk, in de interactie met mensen. In de afwezigheid van wetten en regels kunnen mensen ervoor kiezen hoe ze handelen op basis van politieke overtuiging en zonder dat ze door een eenzijdige natuur ergens toe gedwongen worden. Zodoende kan ook de sociaal-democratie bestaan in de afwezigheid van wetten en regels. Sociaal-democratie bestaat namelijk in de interactie met de medemens.
We moeten daarom niet nadenken over een nieuw sociaal contract of een hersteld oud sociaal contract. Dat is meer van hetzelfde maar dan beter en niemand zit te wachten op een voortzetting van de huidige, rechtse politiek. In plaats van een sociaal-democratische versie van het sociaal contract, moeten we op zoek naar de sociaal-democratische actie die we allemaal in ons dagelijks leven kunnen uitoefenen.
Concrete solidariteit
Vergeten we de fictie van de samenleving als contract, dan kunnen we ons gaan richten op wat zich recht voor onze neuzen afspeelt. Als we dit idee laten varen en ons de wereld aanzien, wat zien we dan werkelijk? We zien bezichtigingen van woningen waar angstige jonge mensen nerveus vragen stellen om maar sympathiek over te komen op een potentiële verhuurder. We zien onze jeugd zich afwenden van boeken en brieven naast zich neerleggen omdat hen de vaardigheid te lezen ontbreekt. We zien delen van ons land overstromen en tegelijkertijd massa’s mensen per vliegtuig op vakantie gaan. We zien mensen wegkijken van de wereld en kijken naar hun schermen. We zien een toegenomen individualisering van de samenleving, die problematisch is omdat het de mogelijkheid om iets te doen doet vergeten. We zien de problemen, maar we zien nog niet de oplossing en die oplossing komt niet door ons te richten op onzichtbare, fictieve ideeën als een vernieuwd of hersteld sociaal contract.
Als we ons alleen richten op de oplossingen die zichtbaar zijn dan weten we wat ons te doen staat en als we dat niet weten kunnen we daarachter komen door ons af te vragen: wat kan ik doen om te helpen. Of wat kunnen wij doen?
Denken in termen van zichtbare oplossingen leidt tot concrete acties en concrete solidariteit. Aan de andere kant wordt ook direct zichtbaar waar de pijn zit. We kunnen woningen bouwen en deze betaalbaar houden, maar het kost ons veel inspanning en veel van ons vermogen. We kunnen jongeren beter laten lezen als ze het ook willen leren en als we er de tijd voor over hebben. We kunnen de planeet sparen door de werkelijke prijs van een vliegticket te berekenen, maar we zullen sommigen hun vakantie ontnemen. We kunnen elkaar bij de hand nemen en de wereld ontdekken, voor zover deze nog niet is verpest.
In zijn boek beklaagt Pieter Omtzigt zich over de macht van (wiskundige) modellen bij het opstellen en uitvoeren van beleid. Wiskundige modellen, zo noemt hij, zijn een abstractie van de werkelijkheid, een fictie, en zijn bedoeld als handig hulpmiddel voor het maken van beslissingen. Echter, wanneer politici en ambtenaren zich gaan richten op het optimaliseren van de uitkomsten van het model (en er zijn vele kwalijke voorbeelden te noemen waarbij dit ook gebeurt), dan raken de mensen die door het beleid getroffen worden uit zicht en zodoende raakt goed bestuur, dat daadwerkelijk het algemeen belang dient, ook uit zicht. Het is dan ook ironisch dat Omtzigt pleit voor een nieuw sociaal contract, omdat hij pleit voor het introduceren van een nieuw fictief model, of een hernieuwd oud fictief model, maar dan een fictie van wat de samenleving is.
Veel beter zou dan ook zijn om concrete punten van actie te formuleren. Vertrouw burgers en laat hen meebepalen of beleid succesvol is of niet, in plaats van abstracte indicatoren. Verander organisatiestructuren zó dat bestuurders zich wel met wezenlijke zaken moeten bezighouden en zorg voor goede, onafhankelijke controle op de overheid.
Omtzigt weet dat ook, hij weet waar de problemen zitten, maar de oplossing lijkt niet centraal te staan. Hier kan de sociaal-democratie in het gat springen. Zij kan een retoriek aanslaan die onzinverklaringen van rechtse politici voor slecht beleid onthullen en zich richten op zichtbare, concrete actie, want zichtbare acties transformeren de samenleving op een zichtbare manier.
Lees ook de andere genomineerde essays voor de Banningprijs 2022
Barend Wind - Sociaal-democraat, hou je oog op de bal
Lian Heinhuis - De valse belofte van een nieuw contract
Rimmert Riedstra - De spiegel van de samenleving