De tijd van verkiezingen is ook de tijd van electorale analyses. En al kunnen deze voor een politieke partij die ideologisch gedreven is natuurlijk nooit leidend zijn bij het opstellen van het programma, er kunnen wel degelijk nuttige waarschuwingen uit volgen. Bijvoorbeeld over hoe niet om te gaan met het onderwerp migratie en integratie.

Door de val van kabinet-Rutte IV en het vertrek van Mark Rutte worden de kaarten in de Nederlandse politiek opnieuw geschud. De PvdA en GroenLinks hebben op het moment dat ik dit schrijf net via ledenreferenda besloten de Tweede Kamerverkiezingen in te gaan met een gemeenschappelijke lijst. Met de keuze voor samenwerking met GroenLinks gaan voor de PvdA ideologische keuzes gepaard.

Waar sommige sociaal-democratische partijen in Europa voor een rechtse koers kiezen, kiest de PvdA door linkse samenwerking aan te gaan voor een progressief programma. In een rondgang langs recent sociaal-wetenschappelijk onderzoek bespreek ik waarom er met de keuze voor een economisch links en cultureel progressief programma in potentie winst te behalen valt.

Herbezinning

Sociaal-democratische partijen in Europa verkeren de laatste twintig jaar in zwaar weer. Waar ze in Europa ooit rond de 40% van de stemmen haalden, zijn uitslagen onder de 10% niet langer een uitzondering. In Nederland was de PvdA elf jaar geleden nog goed voor ongeveer 25% van de stemmen. In 2021 behaalde ze nog geen 6%. Zulke cijfers vragen om herbezinning.

Die sociaal-democratische herbezinning valt overal anders uit. In Denemarken heeft Socialdemokratiet gekozen voor een ruk naar rechts. Onder partijleider Mette Frederiksen koos de partij voor een conservatiever geluid op het gebied van immigratie.

Terwijl Vlaamse Belang inmiddels de grootste partij in de peilingen is, probeert de onlangs herkozen partijleider van het Vlaamse Vooruit, Conner Rousseau, rechtsere kiezers voor zich te winnen met controversiële uitspraken. Zo stelde hij vorig jaar dat hij ‘zich niet in België voelt’ als hij door Molenbeek rijdt, een buurt bij uitstek gekenmerkt door migratie.[1]

In de veelbesproken strijd om het partijleiderschap van de Sozialdemokratische Partei Österreichs (SPÖ), belichaamden Hans-Peter Doskozil en Andreas Babler respectievelijk een rechtse en een linkse koers. Babler en zijn linkse koers wonnen de strijd uiteindelijk, overigens na verbijsterende blunders van de verkiezingscommissie van de SPÖ die de stemresultaten van de twee kandidaten had verwisseld.[2]

Linkse samenwerking

Door zich te committeren aan vergaande samenwerking met GroenLinks kiest de PvdA voor een duidelijke ideologische richting. Noortje Thijssen, directeur van het Wetenschappelijk Bureau GroenLinks, en Tim ’S Jongers, directeur van de Wiardi Beckman Stichting, stellen dan ook in hun gezamenlijk discussiestuk Samen onze toekomst in handen nemen dat ‘groene en sociale politiek inherent met elkaar verweven zijn’.[3]

Maar zet deze strategie zowel op de korte als de langere termijn ‘links’ weer op de kaart in Nederland? Als we kijken naar het succes van de rechtsere koers van de Deense sociaal-democraten en de stijging van Vooruit in de Vlaamse peilingen (van ca 11% naar 17%) dan rijst de vraag of de links-progressieve koers die noodzakelijk verbonden is met linkse samenwerking wel de juiste keuze is.

Waar sociaal-democratische partijen in het verleden in het duister tastten wat in electoraal opzicht de beste strategie voor succes is, kan er nu geput worden uit steeds meer politicologisch onderzoek. Matthijs Rooduijn vatte al in 2021 in S&D goed samen waar de kansen voor de PvdA liggen.[4] Hij stelde dat de PvdA er goed aan doet om oud-linkse politiek te combineren met een nieuw-linkse strategie.

Oud-linkse politiek legt de nadruk op links sociaaleconomisch beleid: herverdeling, sociale zekerheid, eerlijke zorg en woningmarkt. Voor nieuw-linkse politiek staan progressieve culturele standpunten op het gebied van immigratie en integratie centraal, net als het nastreven van duurzaamheid en natuurbehoud.

Tarik Abou-Chadi en collega’s vinden in een recente studie dat potentiële sociaal-democratische kiezers een sterke voorkeur hebben voor een economisch links en cultureel progressief beleid.[5] Met behulp van survey experimenten tonen ze aan dat potentiële sociaal-democratische kiezers veel eerder voor een sociaal-democratische partij zouden stemmen wanneer deze een links-economisch beleid nastreeft op het gebied van de woningmarkt, sociale zekerheid, pensioenen en kinderopvang en een progressief cultureel beleid op het gebied van immigratie, integratie, gendergelijkheid en klimaatbeleid. Daarop aansluitend toont Matthew Polacko aan dat wanneer sociaal-democratische partijen naar rechts rukken op het gebied van economische en culturele vraagstukken, ze aanzienlijk in stemmen verliezen.[6]

In zijn nieuwe boek laat Björn Bremer zien dat de bezuinigingspolitiek van sociaal-democratische partijen electoraal gezien veel schade heeft gebracht.[7] Terwijl sommigen de Europese financiële schuldencrisis als een uitgelezen kans zagen om te investeren, streefden sociaal-democratische partijen juist bezuinigen na uit vrees om als niet ‘competent’ gezien te worden door de kiezer. Bremer laat echter zien dat de strategie niet opgaat voor sociaal-democratische partijen. Voor sociaal-democratische partijen heeft bezuinigingspolitiek desastreuse verkiezingsuitslagen tot gevolg.

De toekomst voor links is economisch links, groen en progressief

Waar de ‘Deense koers’ op het eerste gezicht misschien verlokkelijk lijkt, toont onderzoek van Frederik Hjorth en Martin Vinæs Larsen aan dat een ruk naar rechts van Socialdemokratiet tot gevolg heeft dat ze weliswaar rechtse kiezers voor zich weten te winnen, maar progressieve kiezers aan andere linkse partijen verliezen.[8]

Als je vervolgens als links blok een linkse regering kunt vormen, zoals het kabinet-Frederiksen I (2019 – 2022), dan zorgt dat voor nettowinst voor links. Als dit echter leidt tot een kabinet met centrumrechtse partijen, zoals de huidige Deense coalitie onder leiding van Frederiksen, dan is het allicht slechter gesteld met het realiseren van de sociaal-democratische idealen.

Bovendien, wanneer sociaal-democraten van (anti-)migratiepolitiek hun speerpunt maken, kan dit rechtse partijen juist in de kaarten spelen. Onderzoek toont aan dat wanneer gevestigde partijen anti-migratie retoriek beginnen te verkondingen, veel kiezers eerder voor het (radicaal)rechtse ‘origineel’ kiezen in plaats van de ‘kopie’.[9] Dat belooft alvast weinig goeds voor Rousseau’s Vooruit in Vlaanderen, dat met een conservatievere koers de strijd met de twee (uiterst) rechtse koplopers, Vlaams Belang en N-VA, probeert aan te gaan.

Natuurlijk laat dat onverlet dat de PvdA - met GroenLinks - met een eigen verhaal over het migratievraagstuk moet komen, zeker gezien het feit dat het debat over migratie gedomineerd wordt door rechts. Om successen bij de aankomende verkiezingen te boeken lijkt het echter succesvoller dat verhaal duidelijk vanuit een cultureel-progressief uitgangspunt te vertellen. Zo’n ideologisch profiel weet bovendien zeer verschillende kiezers te trekken. Onderzoek van Abou-Chadi en collega’s laat zien dat zowel praktisch geschoolde als academisch geschoolde kiezers een duidelijke voorkeur hebben voor sociaaleconomische posities en gematigd progressieve posities.

Wat betreft leeftijd zijn er wel verschillen te zien onder potentiële sociaal-democratische kiezers. Waar jongere kiezers een uitgesproken voorkeur hebben voor cultureel progressieve posities, zijn ouders kiezers iets ‘rechtser’, zowel op het gebied van immigratie en integratie als op duurzaamheidskwesties. Desalniettemin toont onderzoek ook aan dat die oudere kiezers net zozeer geneigd zijn op een sociaal-democratische partij met een cultureel-progressief programma te stemmen, als deze op sociaaleconomische thema’s maar uitgesproken links blijft. Jongere en oudere generaties van potentiële sociaal-democratische kiezers vinden elkaar dus in hun steun voor een uitgesproken links-economisch programma.

Van een rechts naar een links speelveld

Recent sociaalwetenschappelijk onderzoek suggereert dus dat de ideologische koers, die de PvdA gekozen heeft door met GroenLinks in zee te gaan, veel potentieel biedt. Om een grote slag te kunnen slaan bij de volgende verkiezingen moet links zich niet een rechtse agenda over migratie laten opleggen. Vanuit strategisch oogpunt is het daarnaast verstandig om in de aankomende campagne de nadruk te leggen op de sociale en groene thematiek.

Het is een oude wijsheid uit de politicologie dat een verkiezingsstrijd niet alleen over politieke tegenstellingen gaat, maar ook over welke problemen er überhaupt op de agenda komen te staan.[10] Als de verkiezingen over migratie gaan, dan is dat in het voordeel van rechtse partijen. Het is aan links om de aandacht te richten op problematiek rondom sociaaleconomische vraagstukken en duurzaamheidsthema’s. Met een progressief verhaal op deze onderwerpen kunnen de PvdA en GroenLinks een duidelijk alternatief zijn in een politiek speelveld waar rechts al te graag domineert.

Noten

[1] VRT Nieuws (2022). Vooruit-voorzitter Conner Rousseau "voelt zich niet in België als hij door Molenbeek rijdt", uitspraak lokt kritiek uit.
[2] WZ (2023). SPÖ-voorzitterschap na VAR-besluit.
[3] 'S Jongers, T., & Thijssen, N. (2023). Samen onze toekomst in handen nemen. Den Haag / Utrecht: Wiardi Beckman Stichting / Wetenschappelijk Bureau GroenLinks.
[4] Matthijs Rooduijn (2021). Something old, something new, nothing borrowed, nothing blue. S&D 2021/3.
[5] Abou-Chadi. T, Häusermann. S., Mitteregger. R. Mosimann, N., and Wagner, M., (2023). Trade-offs of social democratic party strategies in a pluralized issue space: a conjoint analysis, Unpublished Manuscript.
[6] Polacko, M. (2022). The rightward shift and electoral decline of social democratic parties under increasing inequality. West European Politics45(4), 665-692.
[7] Bremer, B. (2023). Austerity from the Left: Social Democratic Parties in the Shadow of the Great Recession. Oxford University Press.
[8] Hjorth, F., & Larsen, M. V. (2022). When does accommodation work? Electoral effects of mainstream left position taking on immigration. British Journal of Political Science52(2), 949-957.
[9] Krause, W., Cohen, D., & Abou-Chadi, T. (2023). Does accommodation work? Mainstream party strategies and the success of radical right parties. Political Science Research and Methods11(1), 172-179. Link; Meijers, M. J., & Williams, C. J. (2020). When shifting backfires: the electoral consequences of responding to niche party EU positionsJournal of European Public Policy27(10), 1506-1525.
[10] Schattschneider EE (1960) The Semisovereign People: A Realist’s View of Democracy in America. Hinsdale: The Dryden Press.

Auteur(s)

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.