E-Tax heette het fiscale adviesbureau van de twee jonge mannen in donkerblauwe pakken die me op een dag vroegen of ik voor ze wilde komen werken. Nieuwe fiscale regelingen beschrijven in gewonemensentaal, zo moeilijk leek het niet. De koffie was goed, het salaris enorm, de mannen waren aardig en ik was er doodongelukkig. Na twee maanden nam ik de benen. Of ik een paar opdrachten wilde blijven doen, vroegen ze.

En zo begon ik in 2001 als zelfstandig tekstschrijver/journalist. Mijn huur was 300 gulden, ik leefde als een student, investeerde in een computer en een Ikea-bureau en voelde me onoverwinnelijk. Met HTML voor Dummies op schoot timmerde ik een website in elkaar. Uit de Gouden Gids plukte ik opdrachtgevers waar ik wel voor wilde werken.

Lastiger was de prijs die ik moest vragen voor mijn diensten. Ik had geen idee wat gangbaar was. Vijftien gulden per uur leek me voldoende om van rond te komen. Via VillaMedia - ook toen al een veelbezocht onlineplatform van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) – leerde ik beter. Wie als beginnend tekstschrijver minder dan dertig gulden per uur vroeg, deed niet alleen zichzelf financieel tekort, maar zorgde ook dat niemand hem serieus nam. Erger nog: hij verpestte de markt voor anderen. De website vermeldde drie richtlijnen voor tarieven: voor beginners, voor ervaren journalisten en voor experts.

Dat was leerzaam. Opdrachten selecteerde ik vanaf die dag op prijs: klussen die bijna een hobby waren – onder een boom in het Vondelpark literaire manuscripten redigeren - deed ik voor het minimumtarief, voor saai fiscaal schrijfwerk rekende ik mezelf tot de experts. Vond een opdrachtgever het te prijzig, dan verwees ik naar de NVJ. Het werkte feilloos.

In 2004 meldde VillaMedia dat de NMa (tegenwoordig de Autoriteit Consument en Markt) het onder dreiging van hoge boetes verbood nog langer adviestarieven te verstrekken: ‘Volgens richtlijnen van de NMa, die gelden voor alle EU-landen, mogen beroeps- en belangenorganisaties geen adviestarieven verspreiden met als argument dat deze organisaties hun leden een instrument in handen geven dat concurrentie uitsluit. Ons tegenargument dat de NVJ-tarieven geen concurrentieverstorende uitwerking op de markt hebben, doet voor de NMa niet ter zake.’

Toen in 2007 de economische crisis kwam, veel journalisten noodgedwongen zelfstandige werden en de gangbare vergoeding voor een artikel niet langer een gulden maar tien eurocent per woord was, dacht ik vaak terug aan de adviestarieven van de NVJ. Als het zelfstandige journalisten wel zou zijn toegestaan zich te organiseren rond tarieven, zou de armoedeval van zo’n beetje heel schrijvend Nederland dan zijn voorkomen? Ik ben ervan overtuigd dat het verschil had gemaakt.

Schandalig slecht betaald worden voor vakmanschap, blijkbaar zijn we dat normaal gaan vinden. Maar het tij lijkt te keren. Zie de landelijke staking van freelance fotografen tegen de lage tarieven vorige maand. Zie de oproep van VVD-minister Sander Dekker in De Telegraaf aan journalisten en fotografen om collectief te onderhandelen over vergoedingen. Zie het feit dat de Autoriteit Consument en Markt is teruggefloten door het Europese Hof van Justitie (artikel van Klara Boonstra in dit nummer). Verandering hangt in de lucht.

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.