Een heroriëntatie op onze buitenlandpolitiek is noodzakelijk. Moreel en strategisch moeten andere keuzes worden gemaakt dan de afgelopen decennia gebeurde. De oorlog in Oekraïne en de machtsopbouw van China bewijzen dat de scheiding tussen handel en politiek onhoudbaar is.

Door: Rick van der Ploeg
Hoogleraar economie aan de Universiteit van Oxford en universiteitshoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam

We leven in een onzekere wereld met legio geopolitieke uitdagingen. De hegemonie van Amerika komt tot een einde. China wordt steeds machtiger, niet alleen economisch maar ook technologisch en geopolitiek. Het tijdperk van liberalisering en het kapitalisme van de vrije markt hapert, ondanks de voorspellingen van Francis Fukuyama in 1992 dat dit tijdperk geleidelijk opgeld zou doen in het gros van de wereld. De liberale democratie wordt in steeds meer landen afgewezen. Het populisme rukt op en steeds meer mensen verlangen naar het einde van de globalisering. Vrijhandel staat ter discussie vanuit milieuoogpunt, of omdat we op allerlei manieren verbonden zijn via handel met duistere regimes en dictators. Sinds de oorlog in Oekraïne en de corona-pandemie wordt deze verbondenheid steeds stellliger ter discussie gesteld, zeker als men van Rusland afhankelijk is voor gas, staal en voedsel.

Meer dan de helft van de wereld leeft onder een autocratisch regime. Autocratische regimes zoals Rusland en Saoedi-Arabië onderdrukken hun volk en gebruiken gas- en olieopbrengsten om de bevolking net genoeg te geven om niet in opstand te komen. Deze regimes nemen het niet nauw met de mensenrechten en de persvrijheid. Ook in Westerse landen rukt het populisme op, waardoor de Westerse democratie en de rechtsstaat steeds meer onder druk komen te staan.

De explosie van technologische mogelijkheden stimuleert de welvaart, maar heeft schaduwkanten. Twintig jaar geleden dachten velen dat de opkomst van nieuwe sociale media, machine learning en nieuwe technologische mogelijkheden korte metten zouden maken met dictators en autocratische regimes. Landen als China en Rusland blijken echter perfect in staat om nieuwe technologieën, in combinatie met inperking van de persvrijheid, juist te gebruiken om hun eigen bevolking te onderdrukken en dom te houden. Minderheden en andersdenkenden worden opgesloten in gevangenissen, werkkampen of psychiatrische instellingen. Van het ideaal van een open samenleving is in deze landen geen sprake.

Vrede en de Europese Unie
De kans op conflicten en oorlogen is groter geworden. De vraag is of deze kunnen worden vermeden door intensieve handelsbetrekkingen en verdergaande economische integratie. Dat is wel lang het uitgangspunt geweest. De grondleggers van Europa meenden na de Tweede Wereldoorlog dat alleen door vergaande handelsbetrekkingen oorlog op het Europese continent kon worden afgewend. Internationale handel was een tussendoel: het hoofddoel was het bewaren van vrede in Europa.

Robert Schuman, de Franse minister van Buitenlandse Zaken, had het in 1950 over de constellatie van basisproductie in de vorm van een nieuwe autoriteit ‘wiens besluiten Frankrijk, Duitsland en andere lidstaten zullen binden. Dat is de eerste concrete stap naar Europese federatie; imperatief voor het behoud van vrede’. In 1951 werd de Europese Kolen- en Staalgemeenschap opgericht en zes jaar later de Europese Commissie. De toenmalige president van de Europese Unie, Jacques Delors, zei: ‘Mensen vergeten te vaak de politieke doelen van de Europese constitutie. Het idee van één munt komt voort uit de wens om samen in vrede te leven in Europa.’

Ook oud-premier Wim Kok was een groot voorstander van de Europese Unie omdat deze zou bijdragen aan het voorkomen van oorlog in Europa. Door te handelen met elkaar wordt het minder aantrekkelijk conflicten met buurlanden aan te gaan. Immers: gedeelde kwetsbaarheid vergroot het belang van de vrede.

Economische integratie in Europa behelst één markt voor goederen, één markt voor diensten, één markt voor kapitaal, één markt voor arbeid, één markt voor studenten en één gemeenschappelijke munt. Voor de integratie hadden Europeanen weinig keuze: studenten gingen naar de lokale hogeschool of universiteit en de supermarkten verkochten vooral lokale producten. Na de integratie was er veel meer keuze en steeg de welvaart; de armere lidstaten kregen een kans te convergeren naar het inkomensniveau van de rijkere lidstaten.

Ook andere delen van de wereld zagen in dat meer handel de kans op vrede verhoogt. Zo richtten Argentinië en Brazilië – destijds fragiele democratieën met potentiële onderlinge conflicten over grondstoffen - in 1991 Mercosur op, de Zuid-Amerikaanse gemeenschappelijke markt. Hierbij was de gedachte conflicten te vermijden door wederzijdse afhankelijkheid.

Door de groeiende internationale handel zijn onze productienetwerken en aanbodsketens enorm vervlochten geraakt. In de jaren zeventig ging de textielindustrie ten onder aan de goedkope invoer van T-shirts en spijkerbroeken uit China, Indië en andere landen. De outsourcing betrof volledige fabrieken en productieprocessen. Tegenwoordig wordt een veelheid aan kleine stukjes van het productieproces afgesplitst en uitbesteed aan een scala aan lage-lonenlanden. De aanbodsketens die daaruit volgen zijn ongelooflijk vervlochten en gedetailleerd. Dit maakt internationale handel fragiel.

Adam Smith vertelt in zijn Wealth of Nations hoe moeilijk het was één speld te maken ten tijde van de industriële revolutie: ‘Eén man trekt de draad, een ander trekt de draad recht, een derde snijdt de draad, een vierde maakt er een punt aan, een vijfde schuurt de bovenkant en maakt het klaar om de kop te maken, dat zijn twee of drie handelingen. Om de kop erop te zetten is nog een eigenaardige bezigheid. Het is zelfs handel om ze in de krant te zetten, te adverteren.’ Tegenwoordig behelst de productie van bijvoorbeeld een mobiele telefoon duizenden verschillende taken, die in allerlei delen van de wereld zijn uitgezet. Er is sprake van vergaande specialisatie met internationale outsourcing van de kleinste onderdelen van het productieproces. De enorme economische vervlochtenheid betekent dat landen minder snel oorlog zullen voeren, want de economische schade van het afbreken van internationale handel inclusief het blokkeren van uitvoer en invoer is te groot.

Fantasie van de liberale wereldorde
De Pools-Amerikaanse journalist en historicus Anne Applebaum vatte vorig jaar de geloofsartikelen van het Westen samen door te stellen dat, enerzijds, internationale handel onze handelspartners zou transformeren en dat, anderzijds, rijkdom ten gevolge van internationale handel een liberale orde tot stand zal brengen.[1] Kapitalisme zou de democratie versterken en de democratie zou vrede brengen. Onze liberale waarden, inclusief vrijheid van meningsuiting, zouden in de hele wereld opgang doen. We moeten echter constateren dat deze geloofsartikelen een fantasie zijn gebleken en dat deze visie erg naïef was.

Kapitalisme en vrijhandel blijken onvoldoende om dictators en autarken te beteugelen. De democratische omwentelingen in 1989 hebben niet geleid tot een doorbraak van democratie en vrijheid in de wereld, eerder tot meer geweld en kneveling van de rechtsorde en de persvrijheid.[2] Populisme en xenofobie werden gevoed door de stellingname dat niet elk land wil worden zoals het Westen. Deze nadruk op de identiteit van het eigen volk werd de ruggengraat van het beleid van Trump, Orban en Poetin.

De Bulgaarse politieke wetenschapper Ivan Krastev merkte scherp op in de podcast The Ezra Klein Show van 26 april jongstleden dat handel met dictators ons land niet veilig maakt en dat het witwassen van geld van corrupte leiders het land niet beschaafder maakt maar ons corrumpeert. In Engeland voelden Labour Party-politici als Tony Blair en Peter Mandelson zich ‘intens relaxed’ over stinkend rijke lieden en voerden jarenlang een opendeurpolitiek voor oligarchen met louche geld. De duurste delen van Londen zitten vol met extreem rijke Russen en Chinezen die hun geld komen witwassen. Tevens proberen zulke oligarchen zich bij het establishment in te werken door voetbalclubs en kranten te kopen en musea en universiteiten te financieren. Helaas zijn niet de liberale waarden van het Britse parlement geëxporteerd naar corrupte landen met slechte mensenrechten, maar de corruptie van die landen heeft zich genesteld in Engeland en Europa.

Nederland is geen haar beter. De oorlog in Oekraïne toont aan dat de financiële en juridische adviseurs van de Zuidas zich hebben uitgeleverd aan de meest corrupte lui van Rusland, reeds vele jaren voor het begin van deze oorlog. Dit is net zo beschamend als dat Nederland schanierpunt van internationale drugshandel en belastingontduiking is.

Soorten handel
Uit wetenschappelijk onderzoek op basis van tientallen oorlogen en conflicten blijkt dat internationale handel de prijs van oorlogsvoering verhoogd en de kans op vrede vergroot. Het maakt verschil of het om bilaterale of multilaterale handel gaat.[3] Voor twee landen die vervlochten zijn met bilaterale handelsbetrekkingen is het zeer kostbaar oorlog te voeren en daarom gebeurt dit relatief weinig. Want het eerste dat er gebeurt in een conflictsituatie is dat de handel in elkaar stort en de economie verslechtert.

Bilaterale handel is beter voor vrede dan multilaterale handel, omdat de kans op escalatie kleiner is voor landen met intens bilateraal verkeer.[4] In dit licht is het interessant naar de buurlanden Rusland en Finland te kijken. Finland exporteert $ 4 mrd naar Rusland, vooral koper en papier. Rusland exporteert ongeveer het dubbele naar Finland, vooral geraffineerde olie en nikkel. Dit suggereert dat er dus minder aandrang is bij Rusland om Finland binnen te vallen.

De laatste jaren worden weinig multilaterale vrijhandelsresultaten geboekt via de Wereldhandelsorganisatie (WTO), alhoewel dit onder de charismatische directeur-generaal Ngozi Okonjo-Iweala kan veranderen. Tegenwoordig proberen landen vooral regionale handelsvoordelen binnen te halen.

Landen die vaak conflicten meemaken tekenen eerder zulke regionale vrijhandelsakkoorden. De kans dat landen waar de littekens van oorlogen uit het verleden nog vers zijn, zoals Oekraïne en Rusland, een regionaal handelsakkoord sluiten is evenwel klein. In dat geval moet men een aantal jaren wachten totdat de grootste pijn voorbij is en er een kans is om een regionaal handelsakkoord te sluiten. Tijdperken van vrede kunnen worden gebruikt om regionale handelsakkoorden te sluiten en daarmee op langere termijn de kans op vrede te vergroten.

Identiteit versus eigen belang
Internationale handel leidt alleen tot vrede als deze voortkomt uit eigenbelang. Maar identiteit en het rechtzetten van historische verliezen kunnen het winnen van economische belangen. Poetin vindt dat Rusland een historische grootmacht is en dat Oekraïne op historische gronden deel van Rusland behoort te zijn. Daarbij leunt Poetin sterk op de Orthodox Russische kerk die de oorlog ondersteunt. De kerk en Poetin stellen dat ze opkomen voor alle Russen, ook de Russen die niet in Rusland wonen. Dat is Poetin meer waard dan de economische kosten van oorlogsvoering, zoals tekorten van essentiële levensbehoeften en een torenhoge inflatie.

Ook al zijn gewone Russen de pineut, de corrupte top profiteert ondanks de boycots, de kosten van oorlogsvoering en de pijn van een langdurige economische crisis. Dus Poetin en zijn kleptocratische vrienden vinden het niet zo erg dat ze een gefaalde staat zijn en accepteren dat de gewone Rus de klappen opvangt, zolang ze zelf maar aan de macht blijven. Russische miljardairs die Poetin niet steunen en te veel weten, worden om zeep gebracht.

In het Venezuela van Maduro zijn er in de periode tussen 2013 en 2019 zes miljoen Venezolanen gevlucht en is het rechtssysteem om zeep geholpen. Bovendien werden alle media dichtgegooid en alle vormen van vrije meningsuiting afgestraft met langdurige celstraffen. In Rusland is nu sprake van precies dit Maduro-model. Alleen door het Russische volk te onderdrukken en de waarheid te verdraaien is de oorlog in Oekraïne mogelijk.

Leidt vrijhandel tot een liberale democratie?
Vrijhandel heeft in landen met autocratische regeringen niet geleid tot liberale democratieën met een sterke rechtsstaat. Zie bijvoorbeeld de schending van mensenrechten en slechte behandeling van de Oeigoeren in China, en het pijnlijke feit dat Westerse regeringen dit amper aan de kaak stellen uit angst voor economische represailles van China. Europa en het Verenigd Koninkrijk hebben het economisch belang altijd vooropgesteld.

We moeten vraagtekens zetten bij de Westerse nadruk op vrijhandel, zeker gezien het geopolitieke succes van China. China heeft immers consequent geïnvesteerd in de meest fragiele landen ter wereld, zoals Congo en in de rest van Afrika en Oost-Europese staten, via ontwikkelingshulp en in ruil voor schaarse grondstoffen. Zo verovert China al jarenlang geopolitieke macht, ook met het investeren in de nieuwe zijderoute, terwijl het Westen met haar vrijhandel en goedbedoelde ontwikkelingshulp vanuit het oogpunt van geopolitieke macht het onderspit delft. Let op: interdependentie van handel is iets anders dan afhankelijk zijn van de grondstoffen van een vijandige natie.

Verhouding met Rusland en China
Europa heeft zich afhankelijk gemaakt van Rusland. Onder aanvoering van de oud-kanselier van Duitsland, Gerhard Schröder, heeft het geïnvesteerd in de gaspijplijn vanuit Rusland. Een onverstandige zet want er is geen substituut voor gas in een pijplijn. Gas is niet zoals staal, dat via een andere route vervoerd kan worden. Bovendien is Nederland zo dom geweest Gazprom een belangrijke aandeelhouder te maken van onze strategische gasopslagplaatsen, zoals onder het Bergermeer, die niet gevuld kunnen worden zonder toestemming van Gazprom. Zo zijn we een geopolitieke speelbal geworden van Poetin die bereid is lidstaten te chanteren en af te straffen door toegang tot het gas te ontzeggen.

Europa moet sowieso van het gas af vanwege onze klimaatdoelstellingen en de vereiste overstap naar groene energie (wind en zon). Europa moet dus investeren in groene opslag van energie (bijvoorbeeld waterstof) om zo verzekerd te zijn van energie als de wind niet blaast of de zon niet schijnt. Bovendien moet Europa de overstap maken naar elektrische voertuigen. Een groot geopolitiek risico is dat we een nieuwe afhankelijkheid krijgen van zeldzame mineralen en metalen die nodig zijn voor de productie van mobieltjes, elektrische auto’s, magneten, enzovoorts. Een recent strategisch rapport van het Witte Huis constateert dat 60% van deze grondstoffen in handen van de Chinezen zijn.[5] Westerse regeringen dienen hiervoor een langetermijnvisie te ontwikkelen om te voorkomen afhankelijk te worden van China voor deze grondstoffen.

Paul Krugman schreef dit jaar in de New York Times dat de relatie tussen internationale handel en vrede niet meer geldt.[6] Hij geeft het voorbeeld van de katoenoorlogen in de VS. Het Zuiden van de VS durfde in 1861 oorlog te voeren omdat Engeland grote belangen had in de katoen, en men ervan uitging dat Engeland het Zuiden te hulp zou schieten. Maar Engeland bleef neutraal. Krugman stelt dat Poetin een soortgelijke inschattingsfout maakt door te denken dat de Duitsers zo afhankelijk van het Russische gas zijn, dat ze Rusland zijn gang zouden laten gaan in de oorlog met Oekraïne. Dat hadden de Duitsers en andere Europeanen immers ook gedaan toen Rusland in 2014 de Krim inpikte. En ook voor het brute oorlogsgeweld in Syrië werd Poetin niet afgestraft.

Militaire hulp aan de Oekraïne kwam zeker in het begin van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, niet van Europa. Gelukkig heeft Europa geleidelijk aan de urgentie ingezien van militaire hulp. Ondanks het kloeke optreden van Eurocommissaris Frans Timmermans, heeft Europa ook te weinig opgetreden tegen lidstaten zoals Hongarije, die slordig omgaan met de rechtsorde, vrijheid van de pers en de besteding van Europese gelden onvoldoende kunnen verantwoorden.

De hamvraag is hoe om te gaan met China. Wat doet China als het Westen Rusland te veel zijn gang laat gaan? Is de kans dan groter dat China ook Taiwan annexeert? Misschien wel als het Westen ondanks grote economische en geopolitieke belangen toch weer slappe knieën krijgt. Als de Russische misdaden en overname van het Oosten van Oekraïne niet keihard worden afstraft, krijgt China een vrijbrief voor toekomstige geopolitieke avonturen en invasies.

De vloek van grondstoffen
Grondstofrijke landen hebben een grote kans om autoritair of populistisch te worden.[7] Er zijn uitzonderingen zoals Botswana. Maar Rusland, Saoedi-Arabië, Nigeria, Brazilië en Algerije verdienen goed door de verkoop van grondstoffen en kopen daarmee hun bevolking af en houden ze onder de duim. De rest van de inkomsten wordt ingepikt door corrupte politici en hun companen. Grondstofrijke landen laten ook vaak een verslechtering van instituties, de rechtsorde en de integriteit van het openbaar bestuur zien.

Als gevolg van een historische plunder-infrastructuur die dateert uit het koloniale verleden en die is aangelegd door Westerse landen, handelen Afrikaanse landen amper met elkaar. De infrastructuur is er nog steeds op gericht grondstoffen zo snel mogelijk uit die Afrikaanse landen weg te roven en niet op de handel met buurlanden.[8] Dit gebrek aan bilaterale handel draagt bij aan een hogere frequentie van grensoverschrijdende conflicten in Afrika. Oorlogen en conflicten in Afrika en Latijns-Amerika zijn dan ook vaak het gevolg van ruzies over diamanten, olie, gas, water en zeldzame aardmetalen. Het is niet duidelijk of hier hebzucht of verongelijktheid aan ten grondslag ligt.

Bij Rusland speelt verongelijktheid ongetwijfeld een rol. Immers, Poetin heeft het gevoel dat het grote Russische rijk tekort is gedaan en dat hij daar een correctie op moet plegen. Maar gulzigheid en hebzucht spelen ook een rol, want door deze oorlog verkrijgt Rusland toegang tot belangrijke zeehavens, distributiepunten, graan en staal. Zo kan Rusland, ook na de energietransitie, druk zetten op Europa en Afrika, want 30 tot 50% van het graan in de wereld komt uit Oekraïne en Rusland. En ook wat betreft staal heeft Rusland een strategische onderhandelingspositie.

Rusland afstraffen
President Biden wil Rusland afknijpen en verzwakken door sancties en bevriezing van reserves. Rusland moet voelen dat militaire agressie leidt tot een jarenlange recessie. Dit zal ook een substantiële braindrain uit Rusland en een vlucht van bedrijven veroorzaken. Het merendeel van de grote Westerse bedrijven heeft Rusland inmiddels verlaten. Als gevolg daarvan zijn voedsel en medicijnen moeilijk beschikbaar in Rusland. Poetin heeft geregeld dat hij tot 2036 als president kan aanblijven, maar zal toch eens komen te overlijden. De hoop is dat deze strategie de kans op een redelijker regime in het post-Poetin tijdperk verhoogt.

De sancties hebben in Rusland een grote impact gehad. Maar Russische economie, die met 15% in elkaar is gezakt, is alweer aan het opkrabbelen. De inflatie is sterk gestegen, tot 25 procentpunt, maar dat is misschien ook maar tijdelijk. Met Elvira Nabiullina heeft Rusland de beste centrale bankier van de wereld. Toen ze haar ontslag aanbood aan Poetin werd dit niet aanvaard. Ook de roebel heeft veel van de oorspronkelijke verliezen alweer goed gemaakt.

Poetin beseft dat sancties ook Europa pijn doen door de snelle explosie van energieprijzen en gokt erop dat de sancties om die reden uiteindelijk afgezwakt worden. Wellicht hoopt hij ook dat de sympathie in Europa met Oekraïne en met de vele vluchtelingen een keer ophoudt. Maar het is net zo goed mogelijk dat Poetin in zijn eigen verhaal is gaan geloven, en dat die belangen er helemaal niet meer toe doen.

Het Russische leger leidt ondertussen enorme gezichtsverliezen en heeft strategische fouten gemaakt. Russische soldaten zijn in tegenstelling tot Oekraïense soldaten gedemotiveerd en ongedisciplineerd. Ze hebben lukraak burgers vermoord en verkracht en ernstige oorlogsmisdaden begaan. Ze komen niet uit de grote steden, maar worden door Poetin uit dunbevolkte delen van Rusland gehaald.

China en Indië accepteren min of meer de acties van Rusland en onttrekken zich aan de sancties. Europa is een gevechtszone geworden tussen China en de Verenigde Staten. President Macrons poging tot toenadering en zijn visie op een strategisch Europa dat onafhankelijk is van de VS en China liggen aan diggelen. Zonder de snelle en genereuze militaire commitments van de VS en het VK, en ook van Canada en Australië, had Oekraïne de oorlog allang verloren en had Poetin zijn ogen gericht op volgende annexaties.

Marshall-plan voor Oekraïne
De Kiev School of Economics heeft berekend dat 25 miljoen vierkante meter aan huizen en appartementen, meer dan 200 fabrieken, 600 ziekenhuizen, 1000 scholen, 600 kleuterscholen, 150 theaters en 90 overheidsgebouwen aan gruzelementen liggen. Tevens zijn 24.000 kilometer aan wegen, 90.000 auto’s, 300 bruggen, 12 burgerluchthavens, 12 militaire luchthavens en 27 olie-opslagplekken vernietigd. En de teller loopt door. De schade bedraagt tussen de $ 100-250 mrd en loopt misschien zelfs op tot $ 500 mrd. De daadwerkelijke schade is nog vele keren groter dan deze bedragen. Immers, er zijn investeringen weggebleven, mensen weggevlucht, en levens vernietigd.

Oekraïne heeft een Marshall-plan nodig. Hiervoor én voor de opvang van vluchtelingen is ongeveer € 250.000 mrd nodig. Hoe langer de oorlog duurt, hoe meer geld nodig is. Het Marshall-plan voor Duitland na de Tweede Oorlog bestond voornamelijk uit giften. Het Marshall-plan voor Oekraïne mag niet grotendeels uit leningen bestaan. Oekraïne heeft immers een enorme schuld opgelopen en moet niet verder worden afgeknepen door een nog hogere schuldenlast.

Versnel de energietransitie in Europa
Europa moet ondertussen zo snel mogelijk vergroenen en de emissies van elk bedrijf, stad en huishouden naar nul brengen. Als positieve emissies niet te vermijden zijn, moeten deze emissies tenietgedaan worden door negatieve emissies elders (bijvoorbeeld de aanplant van bossen, de opslag van CO2 en het gebruik van CO2 voor industriële doeleinden). Europa moet dus zo snel mogelijk stoppen met gas, olie en steenkool te gebruiken. Europa moet dus zo snel mogelijk van het Russische gas af, niet alleen voor het veiligstellen van het klimaat, maar ook om niet afhankelijkheid te zijn voor essentiële energie van een militaire aggressor.

De wereld heeft de afgelopen decennia veel te weinig gedaan om emissies terug te dringen. Nederland zat jarenlang in de achterhoede van de energietransitie en is nu eindelijk bezig met een steviger begin van de omschakeling naar een CO2-vrije economie. Zo beginnen partijen in de markt, gesteund door de overheid, te investeren in opslagfaciliteiten voor waterstof als oplossing voor de intermittentie van hernieuwbare energie.

De Europese Unie pleit er met haar plan Repowering Europa voor om tot 2027 € 200.000 mrd uit te geven om het wegvallen van de toevoer van Russisch gas op te vangen. Zo moet 45% van alle energie in 2030 hernieuwbaar zijn en moet in zes jaar tijd de capaciteit voor zonne-energie worden verdubbeld. Implementatie van dit plan wordt nog moeilijk, want Hongarije heeft het al bestempeld als een kernbom voor de Hongaarse economie.

De mondiale machtsbalans verschuift naar China ten koste van de hegemonie van de VS. We gaan naar een multi-polair machtsstelsel met China en de VS als leider, en kleinere rollen voor Europa, Afrika en Rusland. We moeten oppassen dat we in onze toekomstige groene economie niet afhankelijk zijn van China voor de vereiste bijzondere metalen die nodig zijn voor de groene transitie. Immers, lithium, mangaan, neodymium en al die andere bijzondere metalen zijn in handen van de Chinezen. Zij hebben daar jarenlang strategisch in geïnvesteerd. Delving van deze bijzondere metalen is echter zeer vervuilend en slecht voor de gezondheid van omwonenden. Groenland heeft dergelijke mijnbouw daarom al geweigerd. Armere landen mogen niet worden opgescheept met deze vervuilende en ongezonde mijnbouw. Een belangrijk doel is daarom deze industrie veiliger te maken.

Nieuw politiek narratief
De wereld verkeert in een onzeker en gevaarlijk tijdperk. De corona-pandemie is nog niet voorbij, de aarde warmt sneller op dan we dachten, de biodiversiteit holt achteruit, de periode van inflatie en gratis geld komt ten einde, de ongelijkheid tussen arm en rijk en tussen gezond en ongezond neemt schrikbarend toe, populisme en autocraten rukken op en het risico van een escalatie van de oorlog in de Oekraïne dreigt.[9] Ondertussen zijn politici vooral met zichzelf bezig en komen niet met langetermijnoplossingen voor de grote problemen en gevaren van vandaag.

De oorlog in Oekraïne heeft pijnlijk duidelijk gemaakt dat in de relaties met autocratische regimes, een ‘louter commercieel project’ niet bestaat.[10] De Europese geopolitieke vakantie is voorbij en de droom van vrede door handel is wreed verstoord. Zo maakt afhankelijkheid van Russisch gas ons tot financier van Poetins oorlogsmachine. De scheiding tussen handel en politiek is daarom onhoudbaar.

De Westerse kritiek op het autoritaire bestuur van China en het schenden van de mensenrechten van de Oeigoeren had nooit consequenties want de handelsbetrekkingen waren belangrijker. President Xi stelt zich daarom steeds schaamtelozer op in de wetenschap dat het Westen hem nodig heeft. Deze afhankelijkheid brengt ons in grote problemen.

Productieketens zijn nu zo verspreid over de wereld dat de kleinste verstoring tot grote leveringsproblemen leidt. De kwalijke, neoliberale, kanten van ongebreidelde handel, zoals uitbuiting van werknemers en beschadiging van het klimaat, zijn al eerder geagendeerd, maar daar komt nu de strategische kwetsbaarheid bij. Europa moet zich daarom in de buitenlandpolitiek moreel en strategisch heroriënteren.

Dit vereist nieuwe investeringen in militaire weerbaarheid en duurzame energie en een strategische blik op buitenlandse investeringen. Handel met een andere democratie is onvergelijkbaar met handel met een autoritair regime. Voor bepaalde strategische goederen zoals gasopslag of een 5G-netwerk mogen we niet afhankelijk zijn van autocraten. En we moeten onze afhankelijkheid van het Russische gas niet omruilen voor een afhankelijkheid van Chinese grondstoffen. Dit alles vereist een slagvaardiger en autonomer Europa zonder gijzeling door een enkele EU-lidstaat.

Terugkeren naar een nationale in plaats van een internationalistische politiek is geen optie. Europa moet samen met bondgenoten de transnationale krachten organiseren om de grote problemen van deze tijd – milieu, biodiversiteit, oorlogen, schaarste aan grondstoffen, ongelijkheid, armoede, virussen – aan te pakken. Het doel moet zijn de technologische ontwikkelingen voor het goede in te zetten in plaats van voor het slechte. Dit alles vereist constructieve, aansprekende politieke en sociale narratieven in plaats van negatieve populistische narratieven.

Deze tekst is gebaseerd op de Den Uyllezing Actueel die Rick van der Ploeg op 18 mei 2022 uitsprak in de Balie te Amsterdam.

Noten

  1. [Appelbaum, Anne (2022, 31 maart). There is no liberal world order. The Atlantic.
  2. Krastev, Ian en Stephen Holmes (2019). The Light that Failed. Allen Lane.
  3. Internationale handel schrikt burgeroorlogen af omdat deze internationaal handelsverkeer verstoren. Handel werkt dus als een soort verzekering omdat het interne handel kan vervangen tijdens burgeroorlogen. Internationale handel de schrikt grotere burgeroorlogen af maar vergroot het risico op kleinere conflicten.
  4. Martin, Phillipe, Thierry Mayer en Mathias Thoenig (2008). Make Trade not War? Review of Economic Studies, blz. 865-900.
  5. The White House (2021). Building Resilient Supply Chains, Revitalizing American Manufacturing, and Fostering Broad-Based Growth, 100-Day Reviews under Executive Order 14017, pp. 151-204.
  6. Krugman, Paul (2022, 11 april). Trade and peace: the Great Illusion, The New York Times.
  7. Ploeg, Rick van der (2011). Natural resources: Curse or blessing?, Journal of Economic Literature, vol. 49, no. 2, pp. 366-420.
  8. Bonfatti, Roberto en Steven Poelhekke (2017). From mine to coast: transport infrastructure and the direction of trade in developing countries. Journal of Development Economics, blz. 91-108.
  9. Ik ben zeer erkentelijk voor de hulp en commentaar bij deze tekst van Pieter Hilhorst, Wiljan Linders, Annemarieke Nierop, Martijn Weeda en het bestuur van de Den Uyllezing.
  10. Piri, Kati en Rick van der Ploeg (2022, 8 juni). De Europese geopolitieke vakantie is voorbij. De Volkskrant.

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.