Na de opkomst van Pim Fortuyn in 2002, kende Nederland acht jaar met kabinetten onder leiding van CDA-premier Balkenende. Het was de periode na ‘Paars’. De politieke nadruk verschoof naar normen en waarden, de multiculturele samenleving en een sociale markteconomie.

Zeker in zijn laatste kabinet, sprak Balkenende geregeld zijn steun uit voor het Rijnlandse sociaaleconomische model. Het Rijnlandse model is het ‘stakeholdermodel’: een overlegmodel waarin werknemers, werkgevers en maatschappelijke partijen met de overheid samenwerken en dat bijdraagt een relatieve economische stabiliteit en voorspoed. Dit in tegenstelling tot het Angelsaksische ‘shareholdersmodel’: hierin staan vrije marktwerking, particulier initiatief en zelfredzaamheid centraal, dienen de overheid en regulering zo beperkt mogelijk te zijn, en ontstaat zo groeiende, hoewel ietwat schoksgewijs, welvaart.

Het was een paradigmawisseling. Wetenschapsfilosoof Thomas Kuhn beschreef die als een voortschrijdende ontwikkeling van kennis door toepassing van methodes, die uiteindelijk zorgt voor de verandering van de heersende theorieën en modellen. Als steeds meer nieuwe waarnemingen worden gedaan die niet passen in het huidige paradigma, ontstaat de druk om over te stappen op nieuwe theorieën en modellen die deze uitzonderingen wel kunnen verklaren. Waar de overstap eerst tegenstand krijgt van wetenschappers die het bestaande verdedigen, zal de beweging steeds meer wetenschappelijke aanhang krijgen en tot een succesvolle paradigmawisseling leiden.

Die overstap naar het Rijnlands model werd breed gezet na de uitbraak van de financieel-economische crisis in 2008/2009. Een deel van de internationale vrije markt – de financiële sector – was niet in staat gebleken om afdoende informatie te kennen of in te prijzen. Er was veel particulier initiatief geweest, om risico’s af te dekken en te verkopen. Consumenten bleken in groten getale niet zelfredzaam. De deregulering van de voorafgaande decennia had mede bijgedragen aan het ontstaan van de internationale crisis.

Nu beleven we weer een paradigmawisseling in het politieke economisch denken. Jan Peter Balkenende en professor Govert Buijs publiceerden eind 2023 het boek Capitalism Reconnected. Toward a Sustainable, Inclusive and Innovative Market Economy in Europe. Volgens de auteurs bevinden onze economieën zich in een ‘doornige driehoek’, waarin zowel een heroriëntatie van de economie noodzakelijk is, als de democratisch legitimiteit en het sociale contract onder druk staat, en een geopolitieke herpositionering nodig is. Hierbij moeten keuzes gemaakt worden binnen Europese waarden als menselijke waardigheid, de rule of law, mensenrechten, samenwerking en democratie. Dit is lastig in een tijd van transities waarin er veel nieuwe ideeën zijn, maar burgers en bedrijven zekerheden en inkomsten verliezen, waarin een 'just transition’ gewenst is voor het draagvlak, en waarin Europa in een mutipolaire wereldorde met de VS, China, India en Rusland leeft.

Het is een opmerkelijk boek, omdat Balkenende en Buijs aanbevelingen doen voor een betere balans tussen economie en natuur, een actievere overheid, eerlijkere inkomensverdeling, transitiebeleid voor de minst bevoordeelden, basisbanen, en een betere inbedding en minder waardering van markten. Deze sluiten niet direct aan bij het CDA van de jaren 2002-2010. Het illustreert het belang van de tijdgeest in de politiek. En consistentie, want Balkenende en Buijs pleiten voor een Rijnlandsmodel 2.0.

Auteur(s)

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.