In het zomernummer van Tijd & Taak vertelt oud-WBS-directeur Monika Sie over het schisma dat in veel traditionele politieke partijen bestaat tussen een meer liberaal ingestelde groep (vaak bestuurders) aan de ene kant, en aan de andere kant een groep die zich vooral richt op de noden in de samenleving en die zoekt naar collectieve oplossingen daarvoor (de gemeenschapsdenkers). Tijdens Rutte II vochten die twee stromingen elkaar bijna de PvdA uit. Na de nederlaag van 2017 lag de partij zo in duigen dat elkaar sparen de enige optie was. Het rapport van Martijn van Dam – dat geen rapport is maar een powerpointpresentatie – laat zien dat de liberale denkers zich nu weer roeren.
Wat dat betreft kwam de verkiezing van een nieuwe partijvoorzitter op een spannend moment. Esther-Mirjam Sent positioneert zichzelf in elk geval duidelijk als gemeenschapsdenker: ‘Ik wil onze rode veren weer eens afstoffen. Bestaanszekerheid, binding, verheffing, goed werk: we moeten weer een herkenbare partij worden die de zorgen van de mensen serieus neemt.’ (De Gelderlander, 3 oktober 2021)
Dat biedt hoop voor de vele auteurs in dit nummer die hun aanbevelingen aan politici baseren op de problemen van mensen en de collectieve oplossingen die daarvoor mogelijk zijn. Thijmen Zoomer & Bert Otten laten zien hoe het gebruik van algoritmes het werkplezier van velen bederft, en vinden dat de Tweede Kamer het initiatief moet nemen dit probleem aan te pakken. Cees Zweistra constateert dat er een nieuwe, kwaadaardige vorm van complotdenken bestaat waar vooral kwetsbaren in de samenleving vatbaar voor zijn. Politici moeten veel dichter bij die burgers komen (maar moeten niet het debat aangaan met de complotbedenkers). Pieter Leroy vraagt veel meer aandacht voor de manier waarop klimaatbeleid uitpakt in het alledaagse leven, en wil beleid voor de ongelijke impact daarvan. Andrea Frankowski benadrukt dat het bij systeemveranderingen – zoals de klimaattransitie – belangrijk is oog te hebben voor het persoonlijk verlies van de betrokkenen.
Verder dit nummer: Paul de Beer schrijft over de populariteit van maatwerk, en legt uit dat ook maatwerk kan leiden tot groot individueel onrecht. Hans Spekman pleit voor een ongelijke behandeling van kinderen in het onderwijs. Wim Vermeersch bespreekt een rapport van de Friedrich Ebert Stiftung over het electorale verval van sociaal-democratisch partijen. Rob van der Hulle laat zien waarom het belangrijk is dat politici de rechter verdedigen, ook bij politiek gevoelige geschillen zoals over het stikstofdossier. En tot slot vindt u dit nummer een voorpublicatie van Met Nederland in therapie van Kiza Magendane.
Genoeg stof tot nadenken, zowel voor liberale sociaal-democraten als voor de gemeenschapsdenkers.
Annemarieke Nierop, hoofdredacteur