In Den Haag is in twee wijken geëxperimenteerd met een burgerberaad voor het klimaat. Wat er precies met de uitkomsten gebeurt is nog onzeker, maar toch was het zinvol.

Het is het voorjaar van 2022 als er bij meer dan achtduizend bewoners van het chique Statenkwartier en in ‘aandachtswijk’ Laak een brief op de mat valt: ‘U bent persoonlijk uitgenodigd om de Haagse politiek te adviseren!’ Het doel: wijkbewoners komen in meerdere sessies tot een gezamenlijk advies aan de gemeenteraad over maatregelen tegen klimaatverandering en de overstap op schone energie. Tegen het einde van het jaar lagen er twee adviesrapporten, en een evaluatierapport van de Haagse Hogeschool die de burgerberaden intensief volgde.

Die duizenden brieven vielen niet willekeurig op de mat. De kracht van het burgerberaad is juist dat niet alleen de ‘participatie-elite’ die toch al de inspraakavonden van de gemeente afloopt opnieuw zijn zegje komt doen. Daarom werd er geloot. Om tot een representatieve groep te komen, werden de uitnodigingen verstuurd op basis van leeftijd, geslacht, woonsituatie (koop- of huurwoning) en spreiding over postcodegebieden. Na meerdere selectierondes waarin mensen in konden gaan op de uitnodiging, waren er in beide wijken rond de twintig actieve deelnemers die samen tot een advies kwamen.

De burgerberaden waren al van start gegaan toen ik als Haags raadslid met de energietransitie in mijn portefeuille, het boekje Nu is het aan ons (2022) van Eva Rovers las. Meteen hield ik mijn hart vast of we met deze opzet wel voldeden aan de door Rovers geschetste randvoorwaarden van een succesvol burgerberaad. Loting is een goed middel om tot een representatieve groep te komen, maar is er genoeg geregeld om ervoor te zorgen dat mensen met een druk gezinsleven of laag inkomen ook mee kunnen doen, bijvoorbeeld door het organiseren van kinderopvang en een vergoeding? Is de vraagstelling helder genoeg? Hebben we ons als stadsbestuur voldoende gecommitteerd aan de uitkomsten, zodat er daadwerkelijk iets met de adviezen gebeurt?

De evaluatie van de Haagse Hogeschool en de werkbespreking die de gemeenteraad hier afgelopen april over hield, geven een gemengd beeld. Ondanks de zorgvuldige loting bleek dat mensen met een praktische opleiding en jongeren ondervertegenwoordigd zijn bij de uiteindelijke deelnemers. Veel deelnemers hadden al interesse in verduurzaming: van de hoop dat via een burgerberaad het hele politiek-maatschappelijke spectrum – van duurzaamheidsvoorlopers tot klimaatsceptici – aan tafel komt, kwam nog weinig terecht. De gemeente zorgde wel voor kinderopvang (waar geen gebruik van werd gemaakt), maar er was geen vergoeding beschikbaar voor de deelnemers, behalve een cadeaubon.

Bovendien was de vraagstelling ‘breed en vaag’, zoals een van de deelnemers het zei, namelijk: ‘Help de gemeente door maatregelen te bedenken die helpen om klimaatverandering te verminderen.’ Het resultaat is twee adviesrapporten met voorstellen over het verplicht stellen van dubbel glas en isolatie, tot meer parkeerplekken voor deelauto’s tot het uitdelen van gratis regentonnen.

Daarnaast waren er ook zorgen of er iets gedaan zou worden met de adviezen: ‘Als dit verder gewoon maar in de grote massa verdwijnt en niks te kwaden, want de gemeenteraad is natuurlijk hartstikke druk, maar als er verder niks mee gebeurt, dan zou de cynische houding weer terug kunnen komen.’

Dat is waar we nu ongeveer staan in Den Haag. De adviesrapporten werden eind 2022 opgeleverd. De gemeenteraad heeft om een reactie van het college gevraagd om uiteen te zetten welke adviezen op de korte en lange termijn wel of niet overgenomen kunnen worden. Voor de start van de burgerberaden is er nooit een goed debat geweest over hoe we ons als stadsbestuur aan de uitkomsten committeren, laat staan dat hier helderheid over is gegeven aan de deelnemers. Op z’n vroegst spreken we hier eind 2023 opnieuw over in de gemeenteraad, een jaar nadat de burgerberaden eindigden. Dat verdient geen schoonheidsprijs.

Is er dan niets positiefs te melden over het burgerberaad? Zeker wel. Deelnemers voelden zich welkom, gehoord en serieus genomen. En hoewel de beraden niet helemaal representatief waren, waren er veel deelnemers die voor het eerst betrokken waren bij beleid van de gemeente. In een tijd waarin de kloof tussen de overheid en burgers groeit, moeten we op dat vlak ook onze zegeningen tellen.

De adviezen uit het Statenkwartier en Laak laten ook een aantal interessante gemene delers zien: uit beide wijken komt een heldere roep voor een fysiek informatiepunt in de wijk voor vragen over verduurzaming. Hoewel de behoefte in het Statenkwartier (hogere inkomens, veel koopwoningen) anders zal zijn dan in Laak (lagere inkomens, veel huurwoningen), zwemt het advies tegen een stroom in van digitalisering, online aanvraagformulieren en interactieve websites. Het lijkt een open deur, maar wel één die in de snelheid van de energietransitie vaak op de achtergrond raakt. Dat zijn waardevolle inzichten.

Als gemeenteraad zullen we moeten besluiten of we doorgaan met de burgerberaden in andere wijken. Wat mij betreft wel. Natuurlijk moet er eerst het een en ander bijgeschaafd worden voordat opnieuw uitnodigingen op de mat vallen. Ook daarna moeten we er niet te hoogdravend over doen: nee, het burgerberaad is geen ei van Columbus, maar het is zeker een interessante en nieuwe vorm van participatie en het betrekken van bewoners bij besluitvorming. Zie het als een mooie nieuwe hamer in de gereedschapskist der democratisering: handig, maar om de klus te klaren hebben we toch echt alle tools nodig.

Auteur(s)

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.