Hermen Hoek en Marc van Osch zijn werkzaam als docent Nederlands op de OSG Hugo de Groot in Rotterdam. Met Vrijmipo bezorgen zij poëzie op bijzondere en onvermoede plekken.

Het is bijna twee jaar geleden dat de wereld met ingehouden adem toekeek hoe dappere Oekraïense soldaten in de Oost-Oekraïense havenstad Marioepol de Azovstal-fabriek probeerden te beschermen tegen het Russische leger. Tegen de tijd dat de strijders zich over moesten geven, was de fabriek uitgegroeid tot een symbool van het Oekraïense verzet tegen de Russische agressie.

Onder de honderden soldaten die gevangengenomen werden, was ook de man van Oksana Stomina. De dichter bleef schrijven, ondanks het grote verdriet van haar verdwenen geliefde en vader van hun dochtertje. Nou ja, ondanks… Voor veel Oekraïense schrijvers was de annexatie geen reden om de pen neer te leggen. Opvallend is wel dat schrijvers uit voornamelijk Oost-Oekraïne die eerst in het Russisch publiceerden, dat nu veelal in het Oekraïens doen. Zo ook Oksana Stomina. Na het verdwijnen van haar man werkte ze onder andere aan de gedichtencyclus Brieven aan een krijgsgevangene. Het aangrijpende Wachten maakt hier deel van uit. Stomina beschrijft in dit gedicht de vele facetten van het wachten op een geliefde in gevangenschap. Wachten is bij haar geen passieve staat, maar een brede waaier aan toestanden tussen vermoeidheid en ontreddering. Maar wat vooral in haar regels doorklinkt, is diepe liefde voor haar verdwenen soldaat.

Op het moment van het schrijven van Wachten zat de man van Oksana Stomina nog altijd in een Russisch strafkamp. Richard Nowak, die haar poëzie in het Nederlands vertaalt, schrijft in Hollands Maandblad hoe hij Stomina schreef dat het zo droevig is dat haar liefdesbrieven hem niet bereiken. Ze antwoordde hem daarop: ‘Hij zal ze later lezen wanneer hij wordt bevrijd. Ik weet dat het erg belangrijk voor hem is om te weten dat ik hem op deze manier heb geschreven, zelfs al wist ik dat mijn brieven hem niet zouden bereiken.’

Op 4 januari werd bekend dat een groep krijgsgevangenen uit Rusland is teruggekeerd, als onderdeel van een gevangenenruil. De man van Stomina was hier niet bij.

Wachten

Voor mijn man en alle andere krijgsgevangenen

Weet je, mijn lief, wachten is half in leven zijn,
Zwijgend de horizon grijpen met je blik en hem vasthouden,
Elke dag de afgrond overwinnen, door het koren dwalen
En de lijsten bestuderen. Je bent nu een moeder
Voor je eigen man. Onze liefde bindt ons aan elkaar,
Elastisch als een navelstreng, maar ze heelt onze moeheid niet.
Want wachten, mijn lief, is mij schuldig voelen
Dat ik niet je hand heb vastgepakt en je niet naar huis heb gebracht.

Want wachten, mijn liefde, is dingen uitstellen,
Vreugde en verlangens, dromen en hoop. Alles
Lijkt bestraffing, alsof je niet langer het recht hebt
Op de helft van de zon, op de helft van het hart.

Want wachten, geliefde, is de ochtenden tellen
En de nachten zonder jou, de stappen door andermans huis,
Uit het raam kijken, tegen de gordijnen ademen
En de muren stutten die het plafond dragen.

Oksana Stomina (1972)
Vertaald uit het Oekraïens door Richard Nowak
In: Hollands Maandblad (december 2023)

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.