Door: Annemarieke Nierop
hoofdredacteur S&D

Zowel leden van PvdA als van GroenLinks hebben zich uitgesproken voor verdergaande samenwerking, om te beginnen in de Eerste Kamer. Ideologisch passen beide partijen goed bij elkaar: de beginselen van de PvdA uit het Beginselmanifest van 2005 en de ‘uitgangspunten’ zoals GroenLinks die optekende in 2008 overlappen grotendeels. Verschil in prioriteiten is er duidelijk ook: GroenLinks noemt als eerste punt ‘een groene wereld’ de PvdA begint met ‘het recht op een fatsoenlijk bestaan’.

Politieke partijen bezien de ontwikkelingen in de samenleving door een ideologische bril. Bij de Wiardi Beckman Stichting zijn we ons als wetenschappelijk bureau van een politieke partij extra bewust van die bril. Toen het SCP in zijn publicatie Verschil in Nederland zes sociale groepen onderscheidde, maakten we tekeningen van mensen in deze groepen, en die tekeningen halen we er telkens bij als we ontwikkelingen of politieke voorstellen bespreken. Bij wat het SCP het precariaat noemt, tekende ik onder andere de stoere moeder die ik ken van het schoolplein, die al tien jaar lang eenmaal per week ’s avonds pannenkoeken eet om op de boodschappen te besparen. Bij de ‘onzeker werkenden’ dacht ik als eerste aan de Syrische vader van school die de post rondbrengt en daarnaast bij de toko werkt. Bij de werkende middengroep staat een schets van de plaatselijke politieagente met haar dochter.

Onze ideologische bril bestaat er plat gezegd uit dat we telkens in de gaten houden hoe maatregelen uitpakken voor al die mensen die vallen onder ‘het precariaat’, ‘de onzekere werkenden’ of ‘de werkende middengroep’. Wat zijn de gevolgen voor hun werk, hun kinderen, hun dagelijkse leven? Bijvoorbeeld wanneer we over subsidies spreken voor verduurzaming van huizen of over maatregelen in het onderwijs.

Bij het wetenschappelijk bureau van GroenLinks zullen waarschijnlijk geen schetsen van mensen in verschillende sociale groepen aan de muur hangen, maar zal er een soortgelijke toetssteen gehanteerd worden met betrekking tot de ecologische voetafdruk. De kracht van de rood-groene samenwerking is dat beide partijen elkaar aanvullen, dat ze als het ware door elkaars ideologische bril kijken. GroenLinks trekt de PvdA-agenda richting verduurzaming, de PvdA wijst GroenLinks telkens op de sociale gevolgen van beleid. Niet dat de PvdA zonder GroenLinks niet voor duurzaamheid is en GroenLinks zonder PvdA geen sociale rechtvaardigheid nastreeft, maar als ze samenwerken liggen beide prioriteiten bij beide partijen scherper.

Het is niet zo spannend hoe een gezamenlijk ideologisch programma van deze partijen er op papier uit zal zien – beide zijn voor solidariteit, duurzaamheid, vrijheid, gelijkwaardigheid en democratie. Spannend is wel of het geaccepteerd wordt dat stromingen binnen deze twee samenwerkende partijen (of één samengesmolten rood-groene partij) bij bepaalde onderwerpen andere afwegingen maken. Vroeger was het heel normaal vleugels binnen een partij te hebben, is dat in het huidige politieke krachtenveld nog steeds mogelijk?

Zullen PvdA’ers en GroenLinksers van elkaar kunnen accepteren dat ze soms verschillend stemmen? Bijvoorbeeld over een handelsverdrag, over arbeidsmigratie of integratie? Op de website partijgedrag.nl is te zien dat PvdA en GroenLinks in de Tweede Kamer vaak hetzelfde stemmen (78%) maar dus niet altijd. Een relaxte omgang met fractiediscipline in de Eerste en Tweede Kamer is waarschijnlijk een belangrijke eerste voorwaarde voor het slagen van de rood-groene samenwerking

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.