Door: David Rietveld
Adviseur bestuurlijke zaken bij de gemeente Rotterdam en voormalig gemeenteraadslid voor GroenLinks

Nederlandse gemeenten zijn voor hun inkomsten afhankelijk van het Rijk. Grote steden iets minder, kleine gemeenten heel erg. Ze krijgen dat geld uit het gemeentefonds en moeten daar al hun (wettelijke) taken van uitvoeren. Gemeenten doen dat voor gemiddeld zo’n € 1750 per jaar per inwoner.

Juist vanwege die afhankelijkheid is het belangrijk dat er goede afspraken zijn tussen Rijk en gemeenten. Anders zou het zomaar kunnen gebeuren dat het Rijk de eigen begrotingsproblemen afwentelt op gemeenten. Die afspraken zijn er gelukkig, in de Code Interbestuurlijke Verhoudingen en de Financiële Verhoudingswet. Jammer is alleen dat (ook) het nieuwe kabinet zich daar niet aan houdt. Dat bleek al bij het regeerakkoord, maar werd pijnlijk duidelijk toen de startnota – de financiële vertaling van het regeerakkoord – van het nieuwe kabinet verscheen.

De belangrijkste ingreep wordt gedaan in het accres van het gemeentefonds. Even uitleggen: met het accres betalen gemeenten de gestegen lonen en prijzen en de extra inwoners. De afspraak is dat het gemeentefonds jaarlijks net zoveel stijgt of daalt als de Rijksbegroting.

Uit de startnota blijkt ten eerste dat de begroting van het Rijk sneller stijgt dan die van gemeenten. Daar kunnen best goede redenen voor zijn, maar vervelend is wel dat hierover niet vooraf met gemeenten is gesproken. Dat had wel gemoeten als je de afspraken tussen Rijk en gemeenten serieus neemt. Nog vervelender is dat het kabinet heeft besloten dat het vanaf 2026 allemaal anders gaat. Het idee lijkt te zijn dat gemeenten dan zelf meer belasting gaan heffen, zodat ze minder afhankelijk zijn van het Rijk. Ook daar zijn best argumenten vóór, maar ook best veel argumenten tegen. En ook hier is niet vooraf met gemeenten over gesproken.

De ‘besparing’ die dit op moet leveren is alvast wel ingeboekt. Het accres is in 2026 en verder fors lager vastgesteld. En de opschalingskorting – een korting van bijna € 1 mrd op het gemeentefonds omdat ooit was bedacht dat gemeenten door vergaande opschaling veel efficiënter zouden zijn – staat ook vanaf 2026 in de boeken. Alles bij elkaar zo’n € 2-3 mrd. Voor gemeenten is nu niet duidelijk of ze dat in 2026 inderdaad met extra belastingen kunnen gaan compenseren, maar ze zullen het lagere accres wel in hun begroting moeten verwerken. Voor de nieuwe colleges is 2026 het laatste jaar van hun eerste meerjarenbegroting, dus ze kunnen niet doen alsof dit probleem niet bestaat.

Hoe kon dit eigenlijk gebeuren? Eén van de twee laatste informateurs is nota bene zelf minister van Binnenlandse Zaken geweest. Hij kent alle afspraken die er bestaan tussen Rijk en gemeenten. De vorige minister van BZK stelde vorig jaar samen met gemeenten en provincies nog een stuk op waarin glashelder stond dat de financiële randvoorwaarden op orde moesten zijn.

Wat kunnen gemeenten nog doen? Klagen over geld. Maar dat deden ze de afgelopen vier jaar ook al, en zonder veel succes. En al helemaal zonder veel plezier. Het vooruitzicht dat dit voor de komende vier jaar weer hét discussiepunt tussen Rijk en gemeenten wordt, stemt eigenlijk alle betrokkenen droevig. Mijn advies: laten we elkaar weer vrolijk maken door alsnog de afspraken na te komen.

Auteur(s)

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.