Velen zullen het niet weten: Nederland was dit voorjaar Europees gastland van de tweede wereldwijde Summit for Democracy. Een initiatief van de Amerikaanse president Joe Biden, naar aanleiding van de bedenkelijke staat van de democratie wereldwijd. Doelstelling van deze topconferentie voor regeringsleiders is het onder de aandacht brengen en versterken van democratische waarden.

Wat velen onder ons wél zullen weten: ook in Nederland staat de democratie al jaren onder druk. Zo’n 30% van de bevolking voelt zich politiek niet vertegenwoordigd, het vertrouwen in de overheid staat op een historisch laag pitje, anti-democratische krachten klinken luid en Nederlanders hebben weinig geloof in het probleemoplossende vermogen van regering en parlement.[1] Ook blijkt dat 42% van de Nederlanders het gevoel heeft dat beslissingen worden genomen door een kleine elite die enkel naar zichzelf omkijkt.[2] Allemaal seinen op rood die duiden op achterstallig democratisch onderhoud.

Nederland sprak als gastland van de Summit for Democracy met urgentie over de noodzaak van democratisch herstel. Helaas zien we deze urgentie nauwelijks terug in de politieke prioriteiten en beschikbare middelen. Verrassend, want sinds vorig jaar luidt de aanhef in onze Grondwet: De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat. Dat maakt van democratie een overheidstaak. Iets wat je moet doen. En iets waaraan we ons hebben gecommitteerd in diverse VN-verdragen: zij verplichten Nederland om aan het fundament van de democratie te werken. Maar hoe doen we dat? Als organisaties die zich inzetten voor democratie, in binnenland en buitenland, bepleiten wij een extra inzet langs drie lijnen.

In de turbulente periode waarin Nederland zich bevindt, is het koesteren van onze democratie met enkel woorden onvoldoende. Daarom pleiten wij voor een bewindspersoon voor democratie en een adequaat gevuld en onafhankelijk democratiefonds. Want het herstel van onze democratie dat zo hard nodig is, vraagt om centrale coördinatie, doorzettingsmacht en een apart budget.

De eerste taak voor de bewindspersoon moet verdediging van de democratie zijn. Dat begint al met de bekende roep om meer ondersteuning van Kamerleden, die zodanig in de minderheid zijn tegenover het kabinet dat zich gesteund weet door de ministeries, dat ze nauwelijks aan hun controlerende taak toekomen. Ook is er de – bekende – kritiek op de huidige bestuurscultuur wat betreft transparantie, verantwoording, anti-corruptiemaatregelen, responsiviteit en betrouwbaarheid. Een overheid die de democratie ziet als iets dat je moet doen, organiseert geïnstitutionaliseerde democratische tegenspraak: waakhonden die tegenwicht bieden op de eigen acties en die de instituties permanent kritisch bevragen op hun democratische houding.

De tweede taak vatten we samen als verbetering van de democratie. Beleidsuitkomsten dragen steeds vaker de voorkeur uit van de theoretisch opgeleide en politiek actieve burger, en de afkeur van haar tegenpool.[3] Het substantieel verbeteren van medezeggenschap in alle overheidslagen door middel van bijvoorbeeld gelote burgerberaden, heeft daarom prioriteit. Wat daar ook voor pleit is dat mensen die zich niet vertegenwoordigd voelen, vaak voorstander zijn van meer directe democratie, zoals volksraadplegingen. De groep dus die we voor de democratische legitimiteit terug aan boord moeten krijgen. Ook de digitalisering – ooit een democratische belofte – manifesteert zich momenteel vooral als een bedreiging voor onze rechten en vrijheden, zo maakt ook Maxim Februari duidelijk in zijn noemenswaardig essay Doe zelf normaal.[4]

Een bewindspersoon voor democratie moet - los van het politieke gekibbel - de verschillende vernieuwende vormen van democratisering onderzoeken, pilots starten en de consequenties voor wetgeving in kaart brengen. Niet als vervanging van het klassieke democratisch proces, maar als legitimerende aanvulling.

Ten derde is het aan de bewindspersoon om onze democratie te verbinden met de rest van de wereld en het streven naar wereldwijde democratisering. Dit is hard nodig in een wereld waarin het aantal autoritaire regimes toeneemt, desinformatie steeds wijder en effectiever wordt verspreid en mensenrechten op grote schaal worden geschonden. Veel landen respecteren de verdragen die ze hierover hebben getekend niet, en de moedige mensen die hun leven wagen voor democratie en rechtsstaat verdienen onze steun. We moeten hen blijven ondersteunen. De manieren waarop we dat nu doen, moeten we zelf ook kritisch bekijken. Democratisering kan vorm krijgen langs vele lijnen en voor een duurzaam positief resultaat is het van belang dat burgers en overheden daarin zelf de regie houden.

Democratisch verval snijdt dieper dan enkel in het vlees op de eigen botten. Nederland gedijt het beste in een brede internationale democratische rechtsorde. De bal ligt niet alleen bij de overheid. Ook wij, burgers en maatschappelijke organisaties, hebben een verantwoordelijkheid – om zelf onze inzet op democratie te versterken en om actieve samenwerking met onze nationale en lokale overheden te zoeken. Er is werk aan de winkel!

Geschreven in samenwerking met de coalitie Democratie onder Druk, een samenwerkingsverband van maatschappelijke organisaties die zich zorgen maken over de staat van de democratie en zich inzetten voor verbetering daarvan in binnen- en buitenland.

Noten

[1] Verweij-Jonker Instituut (2021). Democratie in Nederland onder druk.
[2] Corruption Barometer 2021. https://files.transparencycdn.org/images/TI_GCB_EU_2021_web_2021-06-14-151758.pdf p.(29)
[3] NRC (2023). Hoogopgeleide maakt in Nederland de dienst uit.
[4] Maxim Februari (2023). Doe zelf normaal. Menselijk recht in tijden van datasturing en natuurgeweld. Prometheus.

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.