Vorig jaar werd het Haags Klimaatpact gesloten met brede steun in de gemeenteraad. De komende jaren moeten de ambitieuze doelstellingen die hierin zijn opgetekend, worden omgezet in concrete acties. Dat kan nog spannend worden.

Vroeger was ik voor ‘het milieu’. Mijn ouders hebben me dat met de paplepel ingegeven. Je afval moet je scheiden. Je koopt ecologische melk uit een glazen fles en afwasmiddel dat afbreekbaar is. Een auto kun je delen. Verpakkingen zijn herbruikbaar en aluminiumfolie is uit den boze. En hoewel ik lang niet alles heb overgenomen, koop ik vaak biologisch, scheid ik mijn afval, rijd ik weinig auto en liggen mijn zonnepanelen binnenkort op een gemeentelijk dak. 

Als gemeenteraadslid in Den Haag was ik de afgelopen periode woordvoerder duurzaamheid. Tijdens mijn raadslidmaatschap kreeg duurzaamheid een andere lading. Ging het voorheen voornamelijk over het milieu, nu gaat het veel meer over het verminderen van de CO2-uitstoot. Het heeft even geduurd voordat ik begreep waarom dat nodig was. Het gat in de ozonlaag sprak meer tot mijn verbeelding dan een teveel aan CO2. 

De afgelopen vier jaar heeft de Haagse gemeenteraad geïnvesteerd in kennisopbouw over het verminderen van de CO2-uitstoot in de stad. Het was een van de weinige onderwerpen waarover een gezamenlijke ‘sense of urgency’ bestond. Het akkoord van Parijs heeft daar enorm bij geholpen.1 We wilden allemaal ons steentje bijdragen en Den Haag ‘Parijsproof’ maken. Met acht partijen sloten we vorige zomer het Haags Klimaatpact, waarvan vermindering van de CO2-uitstoot de basis is.2

In het Haags Klimaatpact pleiten we voor heldere tussendoelen zodat we permanent actie kunnen ondernemen en niet afwachten tot het 2030 is. We willen dat een wethouder duurzaamheid en  transitie erop toeziet dat het klimaatbeleid een integraal onderdeel is van al het beleid en dat Haagse ambtenaren continu worden bijgeschoold over de laatste ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid. De gemeente heeft daarbij een voorbeeldfunctie en koopt dus zo klimaatneutraal mogelijk in, stimuleert duurzame kennis en productontwikkeling en maakt haar vastgoed klimaatneutraal. De gemeente heeft daarnaast een aanjaagfunctie om ervoor te zorgen dat iedereen meedoet, bijvoorbeeld door duurzaamheidskringen te organiseren en organisaties die gemeentelijke subsidie ontvangen aan te spreken en te ondersteunen om te verduurzamen. De gemeente moet bovendien de regie nemen bij de energietransitie en pilots ondersteunen, met name voor het  verduurzamen van woningen.

Wij vinden dat mensen de investeringen die nodig zijn om hun huis te verduurzamen via de verminderde energierekening moeten kunnen terugbetalen. Ook als het gaat over klimaatadaptatie, mobiliteit, circulaire economie en voedsel maakten we afspraken. Zo willen we meer groen in de stad, bijvoorbeeld door operatie Steenbreek3 uit te bouwen, willen we de stad allereerst inrichten op voetgangers, fietsers en openbaar vervoer, willen we dat materialenpaspoorten laten zien hoe een gebouw is opgebouwd en dat vegetarisch eten de norm wordt binnen de gemeentelijke organisatie en op bijeenkomsten die de gemeente (mede) organiseert. 

Ons Klimaatpact viel op. En het viel in goede aarde. Ondertussen hebben 13 van de 15 op 21 maart gekozen politieke partijen in Den Haag en meer dan tweehonderd organisaties en bedrijven – van ADO tot ASN en de Internationale School – het pact omarmd. Dat biedt kansen voor de nieuwe gemeenteraad om de komende vier jaar samen stappen te zetten. 

Makkelijk zal dat niet zijn. Wat hoewel de doelstellingen breed worden omarmd, is er geen overeenstemming over de vraag hoe en wanneer we die maatregelen gaan realiseren. Dat geldt voor veel onderwerpen uit het Klimaatpact. Iedereen is voor meer ruimte voor voetgangers, fietsers en openbaar vervoer; tegelijkertijd willen veel partijen auto’s niet in de ban doen. De schrijvers van het pact begrijpen dat we veel minder vlees moeten eten, maar tegelijkertijd gruwen sommige mensen bij het idee alleen nog vegetarische hapjes geserveerd te krijgen. Overeenstemming is er zeker ook nog niet als het gaat om de enorme opgave om alle Haagse woningen voor 2030 te verduurzamen. 

De Haagse woningmarkt bestaat voor ongeveer de helft uit koopwoningen en voor ruim 30 % uit woningbouwcorporatiewoningen.4 Nieuwbouwwoningen worden steeds beter geïsoleerd en steeds minder vaak met gas verwarmd. Per 1 juli sluiten we nieuwe woningen in principe niet meer aan op het gas. Hiermee zetten we een kleine stap. De echte uitdaging voor verduurzaming van de stad zit bij het bestaande woningbestand.  

De afgelopen jaren waren er voorlopers die uit idealisme hun huis verduurzaamden en volgers die dat uit economische motieven deden. Vrijwel altijd ging het om mensen die hun eigen woonhuis verbeterden. Ze lieten zonnepanelen plaatsen of isoleerden de kruipruimte of het dak van hun huis. Een enkeling kocht een warmtepomp. Vaak konden mensen hierbij gebruikmaken van een gemeentelijke subsidie. Het is goed dat ze dat deden, maar ze waren met veel te weinig. Het Haagse college van burgemeester en wethouders is trots op de aantallen: het zouden er meer zijn dan elders. In het land der blinden is eenoog koning. Onderzoek toont aan dat de helft van de Haagse daken geschikt is voor zonnepanelen. Als je vanuit De Haagse Toren over de stad kijkt, zie je er nog nauwelijks eentje liggen.

De voorlopers zullen de komende jaren brede navolging moeten krijgen. Daarvoor moeten we een ambitieus programma opzetten, bewoners voorlichten over de enorme veranderingen die eraan komen en ze ondersteunen bij het verduurzamen van hun woning. Voor ‘ons soort mensen’ – mensen die net zulke ouders hadden als ik of die actief het lokale debat volgen – is het misschien wel duidelijk dat er wat moet gebeuren. En ‘ons soort mensen’ – degenen moet goede banen – heeft er vaak ook de financiële mogelijkheden voor, zelfs als het niet helemaal rendabel is. Maar ik merk dat dit onderwerp op straat nauwelijks leeft. Hagenaars lijken zich niet bewust van de enorme transitie die eraan komt. Laat staan dat ze begrijpen wat die voor henzelf betekent. Anders dan bij de uitrol van het gas-, elektriciteits-, kabel- en glasvezelnetwerk is de winst voor een individu lang niet altijd meteen voelbaar. Zelfs als je een warmwaternetwerk aanlegt, zullen mensen zich daar niet automatisch op aansluiten. We zullen mensen één voor één moeten overtuigen mee te doen.

De gemeente heeft ook de Rijksoverheid nodig om de duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren. De markt en de samenleving veranderen zonder duidelijke wetgeving te langzaam. We hebben een Rijksoverheid nodig die eindelijk echt kiest voor duurzaamheid. Een overheid die het verstenen van je achtertuin verbiedt, die het hergebruiken van verpakkingsmaterialen verplicht maakt, die biologisch vlees de norm maakt en die afdwingt dat alle daken benut worden voor wateropvang of energieproductie. Het zijn zaken waar je bijna niet tegen kunt zijn. Toch gebeurt het niet. Als we ‘Parijs’ willen halen zal de overheid snel serieus werk moeten maken van het verduurzamen van woningen, het opwekken van duurzame energie en het duurzaam verwarmen van gebouwen.

En dan willen wij, sociaal-democraten, ook nog een keer dat de kosten van deze noodzakelijke operatie eerlijk verdeeld worden. Dat de sterkste schouders de zwaarste last dragen. Je bent bijna een dief van je eigen portemonnee als je geen zonnepanelen op je dak legt, maar je kunt alleen investeren als je toegang hebt tot geld. Veel mensen in sociale huurwoningen betalen zich blauw aan hun energierekening omdat hun huis nauwelijks geïsoleerd is of omdat ze afhankelijk zijn van een veel te dure collectieve warmtevoorziening. We moeten juist deze mensen helpen hun energiegebruik en energiekosten te verminderen. 

Dat kan als bijvoorbeeld de pensioenfondsen in verduurzaming investeren. Dat kan als woningbouwcorporaties voldoende zijn toegerust hun woningbezit te isoleren en anders te verwarmen en hun gebouwen gebruiken om energie op te wekken. Veel corporaties hebben achterhaalde klimaatdoelstellingen. Zo denken twee grote corporaties met veel woningen in Den Haag dat zij hun woningen in 2050 klimaatneutraal kunnen hebben – 2050! Het roer moet dus om bij de woningbouwcorporaties. Maar het vergt ook inspanningen van de overheid, bijvoorbeeld door de verhuurdersheffing af te schaffen. We kunnen niet wachten tot het mensen uitkomt hun huis te isoleren en hun huis duurzaam te verwarmen. Het moet nu! Deze transitie zal niet lukken zonder collectieve actie en zonder actieve overheid. 

  • 1Het akkoord van Parijs werd in 2015 gesloten op de United Nations Climate Change Conference (COP21). Het is door 174 landen ondertekend. Vastgelegd werd onder meer het streven om de opwarming van de aarde in 2100 te beperken tot 1,5 graad in vergelijking tot het pre-industriële tijdperk.
  • 2Het Haags Klimaatpact is te vinden op www.haagsklimaatpact. nl.
  • 3Zie www.operatiesteenbreek.nl voor meer informatie.
  • 4DSO / Programmamanagement, Strategie en Onderzoek, De Haagse Woningmarkt in Beeld, Stand van zaken en ontwikkelingen op basis van het Woononderzoek Nederland 2015.

Auteur(s)

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.