Reactie op Rudy Rabbinge en Joost van Kasteren

Kiezen voor technische innovatie en opschaling in de landbouw zal nog decennia zorgen voor meer uitstoot van broeikasgassen. Beter is het nu enkele fundamentele keuzes te maken: voedselverspilling tegengaan en minder vlees produceren.

Eric Brinckmann
Mede-beheerder van landgoed het Lankheet en veldonderzoeker voor Landschapsecologische Systeem Analyses (LESA’s).

Het artikel van Rudy Rabbinge en Joost van Kasteren over de zes megatrends in de landbouw past binnen de traditie van de grootschalige, industriële landbouw. De conclusies betreffen dan ook het reguliere vooruitgangs- en maakbaarheidsdenken dat primair gericht is op technische oplossingen. De megatrends zijn er een direct gevolg van, dus is het niet moeilijk om ze als onontkoombaar te suggereren. Rabbinge en Van Kasteren gaan voorbij aan het feit dat het mechanisme dat met dit denken samenhangt ons – los van zegeningen, laat dat ook gezegd zijn – in de huidige klimaat- en biodiversiteitscrisis heeft gestort, dat het ontwikkelingslanden van hun eigen landschapssystemen berooft en dat fundamentele keuzes worden ontlopen. Die keuzes zijn: minder vleesproductie, een meer plantaardige landbouw en het verweven van landschapsfuncties.

De ecomoderne benadering (Mansholt 2.0) houdt vast aan een zo hoog mogelijke en dus nog intensievere productie tegen zo laag mogelijke kosten. We weten dat dit tot perverse prikkels leidt: voedsel wordt zo goedkoop dat we 30% verspilling van de totale productie op de koop toe nemen omdat verwerking ervan te duur is. Dit is een onverantwoord gebruik van grondstoffen, arbeid en een volstrekt onnodige belasting van ecosystemen.

De ‘natuurwinst’ waarvan gesuggereerd wordt dat die samen kan gaan met de ecomoderne landbouwbenadering, is tot nu toe onmogelijk gebleken. Natuurbehoud en -ontwikkeling is hier immers een economische restcategorie, want is financieel pas mogelijk nádat de voedselproductie is opgeschaald en onderwijl nog meer natuurlijk landschap is opgeofferd. Deze benadering definieert natuur louter als handelswaar en gaat voorbij aan wat het feitelijk is: een waarde in zichzelf.

Het inzetten op een (wereldwijd) verwevingslandschap van de functies bos, natuur en landbouw genereert de grootste biodiversiteit (meer dan grootschalige natuur). Het is de afwisseling die een enorme verscheidenheid aan flora en fauna oplevert, dat komt vooral door de overgangszones van bosranden, heggen en (voeder)hagen, gras- en bouwland, de dynamiek van grondbewerking en oogstritmes en een variëteit aan verweven water- en landschapselementen. Bovendien is het veel minder kapitaalintensief, terwijl versneld klimaatdoelen kunnen worden gerealiseerd.

Dus waarom de scheiding in stand houden, sterker nog: verscherpen, als een combinatie alleen maar voordelen heeft? De opschaling samen met het ‘biobased’ maken van de economie, die ecomodernisten propageren, gaat bovendien nog zeker decennia gepaard met een structurele verhoging van de uitstoot van broeikasgassen, zowel wat de agrarische bodem betreft als de productie van de techniek zelf. Voedselzekerheid mag daarbij geen doorslaggevend argument zijn: indien we minder intensief vlees-georiënteerd produceren, met de bodembiologie meewerken, voedsel eerlijker beprijzen (niet met quoteren of met bodemprijzen, maar naar rato van de bijdrage aan milieu- en klimaatdoelen) dan kunnen we op het huidige landbouwareaal, inclusief (nieuwe) natuur, deze eeuw zelfs een fors groeiende wereldbevolking voeden.[1]

Dat vraagt niet om het volgen van of louter inspelen op trends als een vanzelfsprekend gegeven, maar om het grondig doordenken ervan en deze gericht proberen om te buigen naar de sociale en dús ook ecologische keuzes die we wat de landbouw betreft moeten maken. Die keuzes zijn nogmaals: bodemverbetering door natuurlijke systemen te integreren, minder vleesproductie en dús een plantaardigere landbouw in combinatie met het tegengaan van de enorme voedselverspilling door een klimaatgerelateerde beprijzing van levensmiddelen. Die keuzes zijn niet altijd gemakkelijk, maar wel noodzakelijk. Dit laatste is mijns inziens de intrinsieke boodschap van het PvdA-beginselprogramma uit de zeventiger jaren.

Eén cruciaal beginsel uit dat beginselprogramma vergeten Rabbinge en Van Kasteren in hun artikel te noemen dat is niet los te zien is van de landbouwopgave: internationale solidariteit. Deze moest vooral niet (!) begrepen worden als het dwingen van andere culturen in westerse productiesystemen. En dat is wel wat de logische consequentie was van de introductie van de industriële landbouw in ontwikkelingslanden, een tendens die nog versterkt zal worden door ecomodernistische varianten.

Het ging er toen vooral om het contraproductieve karakter van ons productiesysteem in de gaten te krijgen: de enorme impact ervan op de arbeidsverhoudingen in de wereld, vooral die varianten die leiden tot nieuwe vormen van slavernij, de ontwrichting van andere, meer omgevings- en gemeenschapsgerichte culturen en de daarmee samenhangende vernietiging van het milieu. Die opgave om inzichtelijk te maken wat onze zo volprezen efficiënte landbouw hier en wereldwijd tot gevolg heeft, hoort bij de politieke opdracht van de sociaal-democratie.

Het lijkt me nog even actueel om die consequenties te doordenken als toen. Beter is het de kleinschalige boerenbedrijven wereldwijd te ondersteunen met gerichte kennis en technieken, dan ze in een ecomoderne opschaling te dwingen. Uiteindelijk is dat eerlijker, goedkoper en efficiënter. Denk daarbij aan rijstboeren die met droogtetolerante rassen en waterbesparende technieken goed kunnen produceren, veel minder methaan uitstoten en meer inkomen genereren. Deze kleinschalige boeren zijn verantwoordelijk voor 70% van de wereldvoedselvoorziening.[2]

Noten:

[1] Cassidy, E., Muller, A. et al (2017). Strategies for feeding the world more sustainably with organic agriculture. Nature Communications 8:1290; Cassidy, E. et al (2013). Redefining agricultural yields: from tonnes to people nourished per hectare. Environmental research letters 8.

[2] IAASTD. (2009). Agriculture at a Crossroads. Global Report; IAASTD (2019), Transformation of our food systems, The making of a paradigm shift. reflections since IAASTD – 10 years on.

Auteur(s)

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.